Wetenschappelijk denken als eeuwige twijfel | Recensie Carlo Rovelli

Ongeveer vijftien procent van de Nederlanders heeft weinig vertrouwen in de wetenschap. Dat terwijl een goede wetenschapper juist open staat voor kritiek, geen vaste waarheden accepteert en interpretaties voortdurend bevraagt en herziet. Tenminste, dat stelt Carlo Rovelli in zijn nieuwste populairwetenschappelijke boek, Anaximander en de geboorte van het wetenschappelijk denken.

Door Marah Rose Seremak

Rovelli is natuurkundige, bekend om zijn theoretische werk in loop quantum gravity (luskwantumzwaartekracht), een radicale poging om kwantummechanica en de algemene relativiteitstheorie van Einstein te verenigen. Hij houdt zich ook graag bezig met filosofie, al noemt hij zichzelf liever geen filosoof. Anaximander gaat over het ontstaan van kritisch, revolutionair denken. Het boek is goed ontvangen (Times Literary Supplement noemt het een van de beste boeken van 2023), maar mijns inziens zou Rovelli blij moeten zijn met een kritische recensie. Het boek is gewaagd, maar dat is gelijk zijn zwakte. Volgens Rovelli is de strikte scheiding tussen geestes- en natuurwetenschappen ‘bijzonder schadelijk’ en de oorzaak van Anaximanders relatieve onbekendheid. Filosofen zijn niet in staat de wetenschappelijke vernieuwing in bepaalde historische teksten te ontdekken. Anderzijds is de antifilosofische trend in de natuurkunde juist ook schadelijk voor de vooruitgang van de wetenschap. Zijn eigen wetenschappelijke bijdragen zijn dan ook vaak van filosofische inslag, bijvoorbeeld zijn theorie dat de kleinste bouwstenen van onze wereld alleen relationeel te verklaren zijn, in plaats van op zichzelf staand. Hij legt deze interpretatie toegankelijk uit in Helgoland (2021), een prachtig boek waarin hij quantumwetenschap combineert met Oosterse wijsheid en zeer terecht aandacht schenkt aan de Boeddhistische filosoof Nāgārjuna.  

De wereld ligt voor ons
Net als Rovelli was Anaximander (Milete, 610 v.Chr.) een revolutionaire geest. Helaas zijn er haast geen bronnen van of over hem te vinden, maar ondanks het beperkte bewijsmateriaal karakteriseert Rovelli hem als een pionier. Hij was de eerste die een wereldkaart maakte, de eerste die de waterkringloop omschreef en de eerste die de aarde omschreef als een zwevende bal, in een ruimte zonder absoluut boven en onder. Hij durfde heersende wereldbeelden, zelfs die van zijn leermeesters, te bevragen. Hij onderzocht de natuurlijke oorzaken van bijvoorbeeld weersverschijnselen, zonder zijn uitleg te baseren op mythes of goden — een radicaal standpunt, waarvoor Socrates tweehonderd jaar later tot de gifbeker veroordeeld zou worden.

Het verhaal van Anaximander vormt de basis van Rovelli’s pleidooi voor wetenschappelijk denken en zijn waarschuwing tegen dogma’s. Daarbij schuwt hij grote woorden niet. Zijn vijanden zijn onder andere het ‘ongebreidelde antisciëntisme van de huidige tijd’, cultuurrelativisme (een ‘blinde, ahistorische dwaasheid’) en nationalisme (‘bekrompenheid en het bezingen van onze eigen dwaasheid’). Uiteindelijk koppelt hij de standpunten terug naar Anaximander, wiens scherp oordelende vermogen juist ontstond in de context van Milete, een ontmoetingsplaats tussen Griekse en Midden-Oosterse ideeën. Anaximanders denken was visionair: veel meer dan antwoorden te geven, ging het erom de juiste vragen te stellen. Het ging niet slechts om het doen van correcte kwantitatieve voorspellingen, zoals sommigen tegenwoordig de wetenschap beschouwen, maar het was de voortdurende zoektocht naar de beste interpretatie van de wereld. Deze zoektocht stopt nooit, accepteert geen vaste grond onder de voeten. Rovelli maakt hier iets optimistisch van: ‘De wereld ligt voor ons, klaar om te worden ontdekt.’ De onzekerheid is juist het mooie aan het avontuur.

Ketenen van onwetendheid
Tegenover de wetenschap stelt Rovelli het mythisch-religieuze denken, dat een absolute waarheid accepteert die niet ter discussie kan worden gesteld. Het houdt ons geketend in onwetendheid en is een vorm van traditie, oftewel ‘het gesystematiseerde denken van mensen van vroeger die nog minder wisten dan wij’. Zelf zegt hij zonder een god prima in staat te zijn waarden te hebben en het sacrale karakter van het leven te zien, dus concludeert hij dat geloven in goden overbodig is. Opmerkelijk afwezig blijft een robuust antwoord op de vraag waarom het wetenschappelijk denken beter is dan het mythisch-religieuze. Leidt het tot een betere wereld? Rovelli noemt de ontwikkeling van technologie, waardoor ons dagelijks leven nu door bepaald wordt, maar gaat niet in op de vraag of dat goed is. Klimaatverandering wordt kort en onzeker genoemd: ‘als de aarde opwarmt door de industriële revolutie, kan dat aanzienlijke risico’s met zich meebrengen voor de mens’ (mijn cursiveringen).

Zoektocht zonder eindpunt
Wetenschappelijk denken is in ieder geval beter dan het mythisch-religieuze om ons te wapenen tegen rampen, aldus Rovelli. Dat rampen ook veroorzaakt kunnen zijn door technologische ontwikkeling, en dus in zekere zin juist door het wetenschappelijk denken, laat Rovelli achterwege. Als voorbeeld van de vernietigende kracht van onwetendheid stelt Rovelli dat de Azteken in ieder geval niet gered zijn door hun Zonnegod. Een misplaatst voorbeeld, waarbij hij vergeet te noemen dat het Azteekse rijk ten onder ging aan het Spaanse kolonialisme. Over kolonialisme heeft hij elders in het boek wel iets te melden: het is goed dat het superieure gevoel van het Europese kolonialisme is afgenomen, maar we moeten daarmee niet de Griekse nalatenschap gaan onderwaarderen. Sterker nog, ‘het feit dat deze uiteindelijke overdracht heeft plaatsgevonden via het verderfelijke koloniale avontuur doet niets af aan de waarde ervan’.

Prikkelingen
Een prikkelend boek is Anaximander zeker, alleen al om een inkijkje te krijgen in het wereldbeeld van een invloedrijke natuurkundige. Het leest vlot, met een combinatie van grondig onderzoek naar Anaximander, levendige betogen over de kracht van wetenschap en een globale schets van het ontstaan van religie. Het zoeken van de mens naar houvast is volgens Rovelli een zoektocht zonder eindpunt. In plaats van ons aan onwrikbare waarheden vast te klampen, is het veel vruchtbaarder om altijd te blijven twijfelen aan wat we denken te weten. Dát is wetenschappelijk denken. Anaximanders ware ontdekking was dat onze ideeën onjuist kunnen zijn en dat we altijd open moeten staan voor kritiek. Zo ook Rovelli.

Carlo Rovelli, Anaximander en de geboorte van het wetenschappelijke denken. Vertaald door Sonja Matthews, Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds, 2023

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #74. Klik hier voor de volledige editie.

 

Winkelwagen
Scroll naar boven