Een filosoof midden in de wereld

Ooit brak Hans Achterhuis zijn been toen hij op vakantie was in Frankrijk, en werd hij door een ambulance, bestuurd door twee bijklussende politieagenten, teruggebracht naar Nederland. Tussen de chauffeurs en de patiënt ontspon zich een filosofisch gesprek over geweld, iets dat de agenten in de praktijk kenden vanuit hun werk, en waar Achterhuis juist een boek over schreef. Het voorbeeld is typisch voor het werk van Achterhuis, waarin de filosofie en het leven onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.

Filosofie is iets dat gebeurt tussen mensen, in lezingen, krantenartikelen, goed leesbare boeken, en vooral ook in gesprekken, of die nou plaatsvinden in een ambulance of aan de keukentafel. Dit maakt filosofie bij Achterhuis benaderbaar en herkenbaar, maar betekent niet dat hij aan huis- tuin- en keukenfilosofie doet. Hij heeft zelfs een hekel aan huis- tuin- en keukentaal, en zoekt daarom altijd het midden tussen de complexiteit van de filosofische traditie en de herkenbaarheid van de wereld die we kennen uit de krant, de geschiedenis en onze eigen ervaring. Door die twee zaken te combineren treffen we in zijn werk een wereld met meer diepgang en betekenis dan we hadden vermoed. De zoektocht naar een passend midden tussen de theorie en de praktijk toont zich ook elders in het leven van Hans Achterhuis. Er is het midden tussen een terugtrekken in de studeerkamer en het actieve deelnemen aan politieke en filosofische debatten. Achterhuis denkt nog steeds graag terug aan een periode waarin hij zijn stem verloor, en daardoor geen onderwijs kon geven, maar alle tijd had om rustig werk van Thomas Hobbes en Karl Marx te lezen en daarover te schrijven. Ook de eerste lockdown tijdens de coronapandemie was voor hem een gelegenheid om veel te lezen en een tweede boek over geweld te schrijven.

Maar wanneer zijn stemgeluid en het R-getal het toelaten, geeft hij cursussen en lezingen door heel Nederland en daarbuiten, en is hij continu in discussie met collega’s, vrienden, kinderen, kleinkinderen en zijn vrouw Tiny Franckena. Samen wonen ze midden in een stad midden in het land. Utrecht is wellicht ook een passend midden nadat ze ook in Frankrijk en meer landelijke delen van Nederland hebben gewoond. Het is een geografisch middelpunt waar ze makkelijk kunnen worden opgezocht door familie en vrienden. Die komen in het denken van Achterhuis bijna net zo vaak voor als de denkers die zijn ideeënwereld hebben vormgegeven, zoals Ivan Illich, René Girard, Michel Foucault, en als misschien wel zijn belangrijkste bron van inspiratie: Hannah Arendt. Door een voortdurende dialoog met zowel aanwezige als afwezige denkers vervaagt de grens tussen de teruggetrokkenheid van de studeerkamer en het engagement van de buitenwereld. Het is dan ook niet gek dat de titel van de lezing die Achterhuis hield bij zijn emeritaat Zonder vrienden geen filosofie was.

Voor zijn emeritaat in 2007 werkte Achterhuis aan verschillende universiteiten: na zijn promotie in de theologie in het Franse Straatsburg werkte hij als docent sociale filosofie aan het instituut voor andragologie van de Universiteit van Amsterdam, waarna hij in 1988 bijzonder hoogleraar milieufilosofie werd aan de Universiteit van Wageningen, en van 1990 tot 2007 hoogleraar in de techniekfilosofie aan de Universiteit Twente. Na zijn emeritaat had hij meer tijd om zich aan de publieke filosofie te wijden, en wonnen twee van zijn boeken de Socratesbeker. Tussen 2011 en 2013 was hij de eerste Denker des Vaderlands, en maakten steeds meer mensen kennis met zijn werk.

Ook voordat hij die titel kreeg had zijn schrijven altijd te maken met wat er in de maatschappij speelde, en vond het lezers buiten de academie. Van een praktische betrokkenheid bij ontwikkelingsprojecten in Latijns-Amerika en Afrika voor het Werelddiaconaat van de Hervormde Kerk, activisme tegen de apartheid in Zuid-Afrika, vragen van studenten andragogie rondom de mislukking van welzijnswerk, de ontdekking van de gevaren van utopisch denken, tot onderzoek naar de mechanismen achter geweld en het verband tussen geweld en religie, het werk van Achterhuis heeft steeds de werkelijkheid als object gehad.

De werkelijkheid fascineert hem al meer dan vijftig jaar genoeg om haar steeds opnieuw, steeds met nieuwe denkers in de hand, te willen doorgronden. Hierdoor kan zijn oeuvre niet worden samengevat onder één noemer. In plaats daarvan treffen we een wirwar van verschillende paden aan. Er zijn meerdere hoofdpaden, zoals een kritiek van goede bedoelingen in ontwikkelings- en welzijnswerk in De uitgestelde revolutie (1973) en De markt van welzijn en geluk (1981), denken over economie en schaarste in Arbeid, een eigenaardig medicijn (1984) en Het rijk van de schaarste (1988), een deconstructie van utopieën in De erfenis van de utopie (1998), De utopie van de vrije markt (2010) en Koning van utopia (2016), en een onderzoek naar het fenomeen geweld in Met alle geweld (2008) en Geloof in geweld (2021).

Daarnaast bestaan verschillende zijsporen. Eén daarvan is het destijds populaire Filosofen van de derde wereld (1975). Een ander een serie aan publicaties over techniekfilosofie uit de tijd dat Achterhuis hoogleraar was aan de Universiteit Twente. Dan is er nog werk dat de werkelijkheid uitbreidt naar het domein van de literatuur, zoals zijn promotieonderzoek over de Franse schrijver en filosoof Albert Camus, dat gepubliceerd werd in 1969, en een boek over de Zuid- Afrikaanse schrijver J. M. Coetzee uit 2019. Sommige paden zijn met de jaren in onbruik geraakt, zoals de thema’s arbeid en techniekfilosofie. Een pad dat aan zijn einde leek gekomen maar verrassende nieuwe wendingen bood was dat van de theologie, de studie waar Achterhuis in de jaren zestig mee begon. Alle verschillende perspectieven en verschillende paden leveren een bontgekleurd oeuvre op.

Hoewel Achterhuis over veel verschillende filosofische thema’s heeft nagedacht zijn er ook genoeg onderwerpen die we niet in zijn boeken aantreffen. Naar eigen zeggen heeft hij niets met ethiek, en doet hij niet aan levenskunstfilosofie. We kunnen niet bij hem terecht met vragen over hoe we moeten leven. Wel kunnen we iets leren over waarom we denken en leven zoals we dat doen, om vervolgens te bedenken hoe dat ook anders zou kunnen. […]

Deze tekst is een deel van de inleiding van ‘Zoektocht naar betekenis’ van Leonie Wolters. Klik hier om het boek te bestellen.

Winkelwagen
Scroll naar boven