Waarom lukt het de filosofie maar niet om het kwaad uit te bannen? | Recensie Thijs Lijster

Filosoof Thijs Lijster, auteur van boeken als De grote vlucht inwaarts, Kijken, proeven, denken en Wat we gemeen hebben,schreef een toegankelijke inleiding over de Frankfurter Schule. Het boek biedt een puike kennismaking en schijnt ook enig licht op onze huidige tijd, maar de notoir moeilijke theorieën van de Frankfurters blijven lastig en stemmen bovendien niet al te vrolijk.

Door Marthe Kerkwijk

De ‘Frankfurter Schule’ is een term die verwijst naar een groep Duits-Joodse intellectuelen die verbonden waren aan het Institut für Sozialforschung in Frankfurt ten tijde van de opkomst van het nazisme. Deze filosofen, sociologen en psychoanalytici ontwikkelden een maatschappelijk betrokken onderzoeksmethode, de kritische theorie, die nog altijd veel invloed heeft op het filosofisch onderzoek. De Frankfurters bogen zich vooral over de vraag: waarom lukt het onze hoogontwikkelde beschaving maar niet om het kwaad uit te bannen? De verlichting beloofde dat met wetenschappelijke, economische en technologische vooruitgang ook politieke en morele emancipatie van de mensheid gepaard zou gaan, maar helaas: we hebben, ondanks al onze ontwikkeling, nog altijd te maken met onderdrukking, met de Holocaust als moreel dieptepunt. Is er nog hoop voor de rede? Denkers als Max Horkheimer, Theodor W. Adorno, Herbert Marcuse, Walter Benjamin, en later Jürgen Habermas geven verschillende antwoorden op deze vraag, maar hebben met elkaar gemeen dat ze niet meer zo optimistisch zijn over de vooruitgang van de westerse cultuur. Misschien kan de rede ons nog redden, maar dan moeten we de kansen voor kritische reflectie wel optimaal benutten, en of dat lukt is nog maar de vraag.

Bewustwording stemt somber

Wat opvalt in Thijs Lijsters inleiding, is hoe sterk de uitdagingen waar de Frankfurters mee te maken kregen lijken op de uitdagingen van onze tijd: hoe de kapitalistische cultuurindustrie de kunsten tot consumptieartikelen maakt en zo het maatschappijkritische potentieel ervan smoort. Hoe ideologie tot polarisatie leidt en de democratie uitholt. Hoe we vervreemd raken van onszelf en de natuur. Hoe de rede een instrument is geworden waarmee elk individu via eigen onderzoek tot eigen waarheden komt die een ideologie bevestigen, in plaats van de mensheid juist van ideologische oogkleppen te bevrijden. Hoe antisemitische complottheorieën en het charisma van autoritaire persoonlijkheden voor veel mensen aantrekkelijk blijkt.

Dat we vandaag de dag met vergelijkbare problemen te maken hebben als in de jaren 30 is nogal zorgwekkend. De geschiedenis herhaalt zich nooit, benadrukken historici, maar filosofische analyses doen geldigheidsclaims die verder reiken dan de strikte plaats, tijd en context waarin ze ontstaan. Dat betekent dat we er wel degelijk lering uit kunnen trekken, en dan helpt kritische theorie ons om zicht te krijgen op onderdrukkende tendensen in onze tijd. Maar als je je bewust wordt van onderdrukking in de samenleving waar je deel van uitmaakt, stemt dat niet bepaald vrolijk. Zeker niet als blijkt dat veel Frankfurters tamelijk pessimistisch waren en nauwelijks een oplossing in het vooruitzicht stelden. De enige die nog bleef geloven dat de rationalisering van de samenleving vooruitgang betekent, is Jürgen Habermas, maar ook zijn ideaal van communicatieve rationaliteit lijkt ver buiten bereik, als je het nieuws een beetje volgt.

Ingewikkeld

Daarbij komt dat de Frankfurters er een ongelooflijk ingewikkelde stijl op na hielden. Het idee om proza van Habermas of Marcuse te moeten doorploegen is voor veel filosofiestudenten een aardige benadering van hoe de hel eruit moet zien. Lange zinnen barstensvol jargon en uitgesponnen paradoxen laten zien dat deze intellectuelen niet bepaald een breed lezerspubliek voor ogen hadden. Toch hadden zij veel invloed na de oorlog, met name op de studentenprotesten van 1968. Het is bijna ondenkbaar dat alle mensen bij wie de namen van deze denkers rondgingen ook daadwerkelijk hun werk gelezen hadden. De stijl van Lijster is gelukkig een stuk toegankelijker. In begrijpelijke taal legt hij uit wat de Frankfurters motiveerde, welke probleemstellingen ze bij de hoorns vatten, welke duidingen zij daaraan gaven en waarom die de moeite waard zijn om te overdenken.

Toch lukt het ook Lijster niet op elke pagina om een laagdrempelige taal te hanteren. Elementaire Deeltjes, de reeks waartoe deze inleiding behoort, zijn bedoeld om mensen zonder voorkennis op een beknopte manier kennis te laten maken met een thema. Voor die doelgroep is dit een behoorlijk uitdagend Elementair Deeltje, dat niet helemaal vrij is gebleven van jargon. Er zijn passages die meer vragen oproepen dan Lijster in zo’n kort bestek kan beantwoorden, zoals: ‘Tegenover het idealisme van Heidegger en de neokantianen staat het positivisme van de Wiener Kreis. Dat miskent juist de constituerende kracht van het subject en beschouwt kennis als niets anders dan een simpel registreren van wat onmiddellijk gegeven is. Evenals het idealisme verliest het positivisme daarbij de historische bemiddeldheid van rationaliteit en ervaring uit het oog, en daarmee ook de mogelijkheid tot verandering.’ Tja, je komt er wel uit, maar dat vergt wel een paar keer lezen en een sterke kop koffie.

Kritische theorie is nog altijd veel waard

Desondanks is Lijsters stijl over het algemeen prettig en toegankelijk, en slaagt hij erin de rijke traditie van de Frankfurter Schule te vertellen in 148 pagina’s. Maar belangrijker: dit kleine boekje zet je op het puntje van je stoel, omdat het duidelijk maakt waarom de Frankfurter Schule nog altijd actueel is. Niet voor niets staan zij centraal in extreemrechtse complottheorieën; hun denken, hun kritische methode, is voor ideologen van hedendaagse autoritaire stromingen nog altijd gevaarlijk, en daarom moeten we ons erin verdiepen. Door de gevaren van onze tijd te doordenken, worden we misschien niet meteen vrolijker, maar het geeft ons wel de mogelijkheid ons ertegen te verzetten. Het bevrijdt ons onderdrukkende gedachten die we hebben geïnternaliseerd, en die bevrijding is enorm veel waard. Pas als we het kwaad begrijpen, kunnen we ons ertegen wapenen. Bovendien maken veel hedendaagse progressieve stromingen gebruik van de kritische methode, of het nu gaat over racisme, feminisme, werk of democratie. Lijster is een van de beste kenners van de Frankfurter Schule in ons taalgebied en door dit boek te schrijven bewijst hij de samenleving een grote dienst.

Thijs Lijster, Frankfurter Schule, Amsterdam: Athenaeum 2023

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #76. Klik hier voor de volledige editie.

Winkelwagen
Scroll naar boven