Gedachtewervelwind | essay Jonge Denkers

Soms is het te druk in mijn hoofd. Er waait een wind achter mijn ogen en ik heb rust rust rust nodig, maar het is alleen maar chaos. De waarheid is simpel: die drukte wil ik helemaal niet. Ik heb er eens naar gegoogeld. ‘Chaos in mijn hoofd’. Dan kreeg ik tips als ‘ga vaker zitten in een rustige omgeving’, ‘zoek een nutteloze hobby’ of ‘maak een to-dolijst’. Al weet ik niet zeker of dit helpt. Vaak kan het woord ‘chaos’ in de eerdergenoemde context vervangen worden door het woord ‘onrust’ of ‘wanorde’. Dit is ook hoe encyclo.nl de term het vaakst definieert. Alles wijst erop dat je het fenomeen van ‘chaos in je hoofd’ moet vermijden. Het is helemaal niet fijn om het gevoel te hebben dat zaken door elkaar lopen in je hoofd. Makkelijk uit elkaar te halen dagen zijn na een tijdje een blur. (Wanneer was ik naar dat concert?) (Heb ik dat project al afgerond?). Filosofen proberen zaken vaak te ordenen.

Door Veerle Hoegaerts

Aristoteles is hier een goed voorbeeld van. Naast dat hij de grondlegger was van het empirisme, was hij erg actief in de logica. Logica is ook wel de leer van correct redeneren. Er wordt aan de hand van regeltjes gekeken of een stelling valide is. Dit is een van de eerst bekende manieren hoe filosofen probeerden orde te creëren in een wereld vol chaos. Ook nu hebben we nog voordelen van deze ‘schepping van orde’ door Aristoteles. Zonder hem hadden de beginselen van de logica er misschien wel heel anders uitgezien. Maar waarom wilde hij af van de chaos in het redeneren? Wellicht had hij ook wel onrust in zijn hoofd.

Regelmatig probeert je brein om informatie zelf te ordenen. Dit merk je waarschijnlijk niet echt, maar als ik eens vraag: ‘Wat gebeurt er als de witte bal tegen de rode rolt bij biljart?’ Dat is waarschijnlijk een gemakkelijke vraag: ‘De rode bal rolt verder in het verlengde van de witte bal.’ Maar hoe weet je dat eigenlijk? Je bent wel erg bijzonder als je ook daadwerkelijk ziet hoe de witte bal zijn kracht doorgeeft aan de rode. Op die vraag had de Schotse empirist Hume wel een antwoord. Hij dacht dat het brein structuur geeft aan indrukken die via je zintuigen binnenkomen. Zo denk je eigenlijk: ‘Ik heb nog nooit gezien dat de witte bal een andere bal níét laat rollen, dus dat moet nu ook wel het geval zijn.’ Zo, stelt Hume, hebben we eigenlijk het gevoel dat de wereld uniform is. Er wordt door het brein dus ook weer extra orde geschapen, waar de mens over het algemeen erg naar verlangt, en die het ook nodig heeft.. Zonder dit idee van een uniforme wereld zouden we geen conclusies kunnen trekken uit ervaringen uit het verleden of algemene redeneringen kunnen maken.

Maar als je brein al uit zichzelf orde schept, waarom verlangen we dan sinds de oudheid naar innerlijke orde? Misschien is het dan wel niet de bedoeling om verdere orde te zoeken, je kan namelijk niet om het feit heen dat wij als mensheid enorm veel hebben bereikt, met de manier van denken zoals wij dat nu doen. Je zou dan kunnen stellen dat het helemaal niet nodig is om meer rust te willen, maar dat we juist moeten accepteren dat deze innerlijke chaos precies is zoals we dat nodig hebben: chaos kun je zien als de schepper van creativiteit.

Chaos is de bron van alle creativiteit, maar wat is creativiteit precies? Encyclo.nl definieert creativiteit als het vermogen om werk tot stand te brengen dat zowel nieuw is als passend of doelmatig. Een andere definitie is de flexibele houding die de mens in staat stelt om van oude manieren van denken los te komen, gewoontes te veranderen of om de dingen van alledag in een nieuw licht te kunnen zien.

Deze brij van gedachtes in ons hoofd leidt tot ideeën en verandering. Op die manier is chaos ook innovatie en vooruitgang. Ik geef twee voorbeelden.

Chaos van binnenuit kunnen we niet vermijden, daarom moeten we er  gebruik van maken. Je kan aannemen dat chaos ons helpt om ons flexibel op te stellen en door te zetten in onzekere situaties. De wereld is volgens Hume helemaal niet uniform, zo stelt hij zelfs dat chaos de enige constante in de wereld is. Het is dus belangrijk dat we leren hoe we ons aan kunnen passen als situaties tegen onze verwachtingen inlopen. We zien creativiteit hier als het vermogen om ons aan te passen om van oude ideeën (aannames) af te komen.

Daarnaast kunnen we creativiteit zien als het talent om nieuwe dingen te verzinnen die passend of doelmatig zijn. Deze vorm zie je overal om je heen: denk bijvoorbeeld aan abstracte kunst of architectuur, uitvindingen, maar ook literatuur is ontstaan uit een creatieve chaos. Zo had Napoleon zonder chaos op de weg niet bedacht dat mensen voortaan rechts moeten rijden. Zelfs het idee achter deze column is ontstaan uit de chaos in mijn eigen hoofd.

Moeten we ons dan constant laten leiden door chaos? Dat geloof ik niet. Zo hebben we nog steeds profijt van de orde die Aristoteles probeerde te scheppen in de oudheid en het idee van uniformiteit zoals Hume dat beschreef. Je zou kunnen concluderen dat er een ‘evenwicht’ zit tussen de twee uiteindes. Zo krijg je binnen een project pas een eindresultaat nadat je de producten van een brainstormsessie hebt gesorteerd.

Je kan als nutteloze hobby in een rustige omgeving to-dolijsten schrijven, maar ik geloof niet meer dat dit een goede optie is. Chaos heeft al sinds de oudheid grip op de mens, en zal die nu en nooit niet loslaten. We moeten dus juist vrede vinden in de wanorde en er gebruik van maken in de vorm van creativiteit. Pas dan is er ruimte voor het creëren van orde.

Zoals Nietzsche ooit schreef: ‘Je moet toch chaos in jezelf hebben om een dansende ster te kunnen baren.

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #75. Klik hier voor de volledige editie.

Winkelwagen
Scroll naar boven