De geboorte van het marxisme | Interview Peter Huijzer

De Parijse Manuscripten werden door Marx op jonge leeftijd geschreven en pas in 1932 door bolsjewistische archivarissen ontdekt. Het werk heeft een grote impact gehad binnen politiek-filosofische discussies en kan gezien worden als één van de sleutelteksten van de moderne tijd. Onlangs is dit werk verschenen in een Nederlandse vertaling. Vertaler en deskundige Peter Huijzer vertelt wat de Parijse manuscripten zo interessant maakt.

Door Quintus Masius

Wat was de aanleiding voor deze vertaling?

Nadat ik in 2022 samen met mijn collega Jan Sietsma Wittgensteins Tractatus logico-philosophicus had vertaald, werd ik door uitgeverij Boom gevraagd om eens naar de Parijse Manuscripten te kijken. Een deel van het werk was al eens eerder vertaald, door Paul Rodenko in 1969. Hoewel er stilistisch gezien weinig aan te merken valt aan deze eerdere vertaling, had ik wel moeite met de filosofische terminologie ervan. Zo werden met name de sleutelbegrippen ‘vervreemding’ (Entfremdung)en ‘veruitwendiging’ (Entäußerung) door elkaar gehaald. Daarbij bestond Rodenko’s vertaling zoals gezegd slechts uit enkele fragmenten van de Parijse Manuscripten, die nu dus voor het eerst volledig zijn vertaald.

Hoe kun je de Parijse Manuscripten duiden in het œuvre van Marx?

Marx had als jongeman de ambitie om de belangrijkste filosoof na Hegel te worden en trok veel op met de zogeheten linkshegelianen, die zich vooral bezighielden met religiekritiek. Door de ontmoeting met Engels raakte Marx geïnteresseerd in politieke economie, een relatief jonge wetenschap. In het proletariaat zag hij de materiële tegenhanger van Hegels ‘wereldgeest’; hij was dus niet alleen begaan met het lot ervan, maar zag hierin ook een filosofisch concept. Daarmee lukte het de jonge Marx om een stap voorbij Hegel te zetten: in plaats van een idealistische wereldgeest wordt nu het proletariaat de drager van de geschiedenis. Al die dingen zie je in de Parijse Manuscripten terug; Marx probeert zich de politieke economie nog eigen te maken, maar hij ontwikkelt hier ook een hele eigen theorie. Het is politieke economie op Hegeliaanse leest, en daarmee zijn we getuige van de geboorte van wat wij later ‘het marxisme’ zijn gaan noemen.

Toch bestaat er veel discussie rond dit werk. Sommige critici vinden dat deze jonge, humanistische Marx met zijn theorie van vervreemding uitgaat van een onveranderlijke menselijke natuur, en zich dus schuldig maakt aan essentialisme.

Ik denk dat deze kritiek op een misvatting berust. Wanneer je de Parijse Manuscripten goed leest, ontdek je dat Marx nu juist beargumenteert dat het wezen van de mens niet vastligt, maar geconstrueerd wordt door interacties met anderen en met zijn omgeving. Mensen veranderen, volgens Marx, hun omgeving middels zelfgeschapen producten die dit ‘wezen van de mens’ dan weer beïnvloeden  Daarmee ‘veruitwendigt’ de mens zijn innerlijke behoeften, verlangens en talenten, die dus niet altijd en niet voor iedereen hetzelfde zijn. Die veruitwendiging is op zichzelf goed, maar kan zich ook in een vervreemde vorm afspelen. In dat geval herkent de mens zichzelf niet meer in het product van zijn arbeid, bijvoorbeeld omdat hij maar een heel klein schakeltje in het hele productieproces vormt. Maar die vervreemding vindt dus plaats ten opzichte van de producten die de mens ‘tegenover’ zich creëert, niet ten opzichte van een dieper, onveranderlijk zelf. In die zin denk ik dat de beschuldiging dat Marx hier een romantisch beeld heeft niet klopt.

Anderen stellen dat mensen altijd vervreemd zullen blijven en deze herkenning nooit plaats kan vinden.

Marx erkent dat er door de hierboven beschreven veruitwendiging altijd een zekere afstand tot het zelf ontstaat. Maar wanneer iemand genoeg handelingsruimte bezit om de wereld te transformeren volgens diens eigen opvattingen, is er geen sprake van vervreemding. In deze gevallen zullen mensen zich herkennen in de wereld om zich heen.

Wat voor een rol speelt het kapitalisme in Marx’ vervreemdingstheorie?

Onder het kapitalisme wordt volgens Marx de handelingsruimte om de wereld te veranderen gedicteerd door de logica van kapitaal dat zich wil vermeerderen. Door deze logica wordt het gros van de mensen gereduceerd tot een uitvoerende productiekracht. Hierbij bepalen de mensen niet wat er met hun product of het productieproces gebeurt. Ook zijn deze processen zo invasief dat ze ons ook niet meer in staat stellen ons geestelijk en lichamelijk op te laden. De wereld wordt hiermee een omgeving waarin mensen zichzelf niet herkennen. Kapitalisme zorgt voor vervreemding.

Marx legt de focus vooral op de vervreemding van arbeiders, maar kunnen kapitaalbezitters ook vervreemd zijn?

Ja, het gegeven dat kapitaalbezitters de passieve ontvangers zijn van de vruchten van het werk van een ander zorgt er ook voor dat zij zichzelf niet kunnen herkennen in de wereld om zich heen. Je ziet dat bijvoorbeeld duidelijk terug op de manier hoe Marx in de Parijse Manuscripten over geld schrijft. Iemand met veel geld, zegt Marx, kan alles kopen wat hij zelf niet kan zijn. Alleen gebeurt dit wel op zo’n manier dat het de geldbezitter vervreemdt: met geld kun je, bijvoorbeeld, ‘liefde’ kopen. Maar dit maakt je nog niet tot een geliefd persoon.

Zijn er manieren om deze vervreemding te bevechten?

Allereerst gelooft Marx niet dat er een weg terug is, maar dat deze vervreemding bij een noodzakelijke fase hoort die overwonnen moet worden. Marx ziet dus wel handelingsruimte, zij het dat deze beperkt is en gedicteerd wordt door de historische werkelijkheid van bijvoorbeeld techniek en klassenontwikkeling. Niet geheel verrassend ziet Marx hier een primaire rol weggelegd voor het proletariaat, want deze produceert volgens de logica van het kapitalisme, maar plukt hier niet de vruchten van. Volgens Marx kan door klassenbewustwording het proletariaat uitgroeien tot een revolutionaire kracht: het heeft immers niets te verliezen dan hun ketenen, maar een wereld te winnen.

Welke relevantie heeft het werk voor de huidige tijd?

De werking en consequenties van het kapitalisme beschreven door Marx zijn nog steeds overtuigend. Zowel negentiende-eeuwse arbeiders als huidige arbeiders in lage lonenlanden worden minimaal betaald en veel mensen voelen zich nog steeds aangetrokken tot zijn vervreemdingstheorie. Uiteraard zijn de omstandigheden wél veranderd. Zo zie je bijvoorbeeld in onze tijd een toename van micro-arbeid met ons gebruik van social media. Door het posten van foto’s, filmpjes, en teksten leveren we arbeid en grondstoffen in de vorm van gratis data aan techbedrijven. Daarbij hebben we het nu enkel over Marx’ vervreemdingstheorie gehad, maar er staan zoveel meer interessante analyses in de Parijse Manuscripten. Neem zijn analyse van het eigendomsbegrip. Marx stelt dat ons concept van eigendom de uitkomst is van een historische ontwikkeling en zich verder zal veranderen in de toekomst. Het kapitalisme poneert dit eigendomsbegrip echter als een vanzelfsprekend begrip. In de huidige tijd zien we dit bijvoorbeeld terug in de discussie rondom milieuproblematiek. Die wordt onder meer gevoerd in termen van emissierechten, die je in eigendom kunt hebben en als zodanig kunt verhandelen. Dit raakt dan ook weer aan Marx’ vervreemdingstheorie: we zien de natuur als een productiefactor die je kunt opdelen in eigendom waarmee je economische waarde kunt genereren. Een marxistische analyse is daarom in de huidige tijd nog steeds een interessante manier om naar de wereld te kijken.

Welke vertaalprojecten kunnen we in de toekomst verwachten? En welk ander werk van Marx zou je nog wel eens willen vertalen?

Zojuist is mijn vertaling van een boek van Lisa Herzog verschenen: De toekomst van werk. En op dit moment ben ik bezig een boek van Eva von Redecker, Revolution für das Leben. Hoewel Herzog geen marxist is, gaat ze wel uitgebreid in op Marx’ ideeën. Von Redecker, aan de andere kant, ziet zichzelf als onderdeel van de marxistische traditie en citeert Marx uitvoerig. Verder zou ik nog wel eens bepaalde fragmenten uit de Grundrisse willen vertalen Het is een enorm werk, dus een volledige vertaling is misschien wat veel van het goede, althans, als ik het alleen zou doen. Maar net als bij de manuscripten zijn er nog steeds veel mensen die voortborduren op ideeën die Marx daar al in de kiem formuleert.

Karl Marx, Parijse manuscripten, vertaald door Peter Huijzer, Amsterdam: Boom 2023

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #76. Klik hier voor de volledige editie.

In augustus geeft Peter Huijzer de summerschool Kritische theorie aan de ISVW, samen met o.a. Marthe Kerkwijk en Thijs Lijster.

Winkelwagen
Scroll naar boven