Troebel water | essay Jonge Denkers

Wat heb je aan een meteoroloog in het oog van een orkaan? Ik zal het alvast verklappen: bitter weinig. Laten we echter bij het begin beginnen. In de filosofie zul je, wanneer het gesprek over chaos gaat, het geregeld over dezelfde vlinder hebben. Het is de vlinder die, om de onbeheersbaarheid van het leven aan te tonen, met zijn gefladder een kettingreactie in gang zet die uiteindelijk tot een orkaan totaal ergens anders leidt. De vlinder was op zijn beurt weer deel van een andere kettingreactie: volgens het mechanistische wereldbeeld van Descartes bestaat alles uit  oorzaak en gevolg. Er is geen eindbestemming die vastligt; elke gebeurtenis is louter de volgende dominosteen die omvalt. Historisch gezien vond de mensheid het een fijn idee om een wezen te creëren dat de allereerste domino deed omvallen. Waarom is het natuurlijke verweer van de mens tegen chaos het creëren van religie geweest? En wat moet ons verweer worden wanneer religie langzaam verdwijnt?

Door Suzanna Kooijman

Ten eerste gebruiken wij als mens het woord ‘chaos’ voor verschillende, wijd uiteenlopende dingen. De rommel in mijn kamer is net zozeer ‘chaos’ als de ravage die een orkaan in een dorp heeft aangericht. De gemeenschappelijke factor is, vanuit ons menselijke perspectief, het ontbreken van structuur. Ik zeg ‘menselijk’ perspectief, omdat alles in principe altijd een structuur heeft. Mijn kamer is op dit moment misschien dan wel een wanorde, maar voor zover ik weet liggen mijn kleren op de grond, en hebben ze geen natuurkundige wetten gebroken door plotseling te gaan zweven. Hetzelfde geldt voor de orkaan. Voor de mensen in het dorp was zowel de komst als de nasleep van de orkaan complete chaos: een meteoroloog zou ze echter precies kunnen uitleggen welke natuurkundige structuur achter deze orkaan schuilde. Aan het kennen van deze structuur hebben de dorpsbewoners echter niets als de dakpannen ze om de oren vliegen, of wanneer ze het dorp uit de brokstukken weer op moeten bouwen.

‘Chaos’ zou ik dus definiëren als alle gebeurtenissen die voor ons compleet ongestructureerd lijken. Het ongestructureerde zit hem niet in de gebeurtenissen zelf, maar in ons eigen gelimiteerde begrip van deze gebeurtenissen.

Wij kunnen een fenomeen alleen maar begrijpen als dit fenomeen menselijk is. We verklaren onze eigen acties door goed te kijken naar onze motivaties, die op hun beurt voortkomen uit onze gevoelens en uit onze beleving van de wereld. Dit doen we ook met de acties van anderen. Hetzelfde principe kan echter niet toegepast worden op de natuur om ons heen. Toch is dat precies wat de mens trachtte te doen via het toekennen van menselijke eigenschappen aan natuurkrachten. Denk aan Zeus, die het liet bliksemen als iets hem niet zinde, of de wind aan het begin van de Ilias, die pas begon met waaien als het verzadigd was met een menselijk offer.

Het kan ook abstracter: Denk aan de populaire spreuk ‘Karma is a bitch,’ wat niet alleen impliceert dat het lot een moraliteit van terugbetaling hanteert, maar ook nog het lot vrouwelijk maakt en het menselijke eigenschappen toekent, zoals rancune. Het is niet alleen het toekennen van menselijke eigenschappen aan onmenselijke krachten, het is het toekennen van motivatie. Zodat wij gebeurtenissen als een orkaan die door een dorp raast kunnen begrijpen op dezelfde manier als dat we onszelf begrijpen.

Religie en spiritualiteit zijn lange tijd een prima manier geweest om een werkelijkheid voor onszelf te creëren waarin wij begrip kunnen hebben voor de chaos van het leven. Ze voorzien ons daarbij van een aantal duidelijke regels die ons de illusie geven controle te hebben over de chaos.

Maar in een tijd waarin de helft van de Nederlandse bevolking zich atheïst noemt, wat of wie neemt deze rol van religie over? De wetenschap? We hebben echter al gezien dat zelfs de slimste meteoroloog weggeblazen kan worden door een orkaan, iets wat een god nooit zou gebeuren. Daarbij loop je het gevaar dat wanneer wetenschap op de plaats van religie terechtkomt, zij op alle vlakken normatief opgevat zal worden, bijvoorbeeld op het gebied van de ethiek. Dit kan leiden tot de levensstijl-moraliteit, die eigenlijk al aanwezig is in de huidige maatschappij, en die pleit dat mensen die ‘ongezonder’ leven een hogere prijs moeten betalen om dezelfde zorg te verdienen als mensen die relatief ‘gezond’ leven.

Laten we daarom teruggaan naar de basis. Velen zullen hun kindertijd als zorgeloos beschrijven, niet per se vanwege een afwezigheid van problemen, maar vanwege de aanwezigheid van een ouder of een kleuterjuf. Die stond altijd klaar om je bij de hand te pakken en jou dankzij door hen opgestelde regels door problemen heen te leiden. Als we ouder worden verdwijnt deze aanwezigheid langzaamaan, en zijn we op onszelf aangewezen. We moeten zelf onze eigen regels maken. Als een 18-jarige in haar laatste jaar van de middelbare school kan ik je vertellen: dat is doodeng.

Misschien is dit waarom de christelijke God een vaderlijk karakter heeft. Uit angst om zelf regels te maken volgen wij liever die van een ouder, menselijk wezen op. Zelfs als deze niet bestaat.

Ik zou daarom willen pleiten voor een methode om met chaos om te gaan die geen goden creëert, en ook geen wetenschap vereert, maar die zich in plaats daarvan richt op de mens. Hiermee bedoel ik geen sociologie of antropologie als remedie, aangezien beide onder de wetenschap vallen. Noch wens ik de mens weer het middelpunt van het universum te maken – dat lijkt me een onnodige stap terug in de tijd. Ik beredeneer slechts vanuit het feit dat wij alleen alles wat menselijk is echt kunnen begrijpen, en vanuit het feit dat we naar regels verlangen. Ik geloof dat wij ons het stabielst voelen als wij aan regels kunnen voldoen die gemaakt zijn door de mensen om ons heen. In andere woorden: cultuur.

Cultuur is compleet vanuit een menselijk perspectief gefabriceerd. De regels worden doorgegeven van generatie op generatie, en daarom dus door de mensen die dichtbij ons staan. Cultuur vormt door deze regels een actief verzet tegen de chaos. De regels zijn immers vaak afhankelijk van de plaats en tijd van de desbetreffende cultuur en daarmee afgestemd op het specifieke type chaos dat  mensen binnen deze cultuur tegenkomen. Ook vormt cultuur een passief verzet tegen chaos, door bijvoorbeeld de kunst die het voortbrengt. Kunst is volgens Kloos de ‘allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’ en daarmee het meest menselijke wat er bestaat. In een niet-menselijke machine van oorzaak en gevolg kan kunst als een menselijke vertaling van de werkelijkheid worden gezien.

Het fijne van cultuur is dat het niet verdwijnt naarmate je ouder wordt. Je zult daarmee altijd een aantal regels achter de hand houden.

Voor het bestaan van cultuur is het daarbij noodzakelijk dat je je met andere mensen omringt. Dit op zichzelf is alleen al een uitstekende pijnstiller tegen chaos. Chaos is troebel water, maar in het gezicht van een ander mens zie je je eigen weerspiegeling.

Ik stel dus voor dat wij cultuur onze religie laten worden. Dit elimineert wel, paradoxaal genoeg, religie uit de cultuur. Op het moment dat mensen hun culturele regels door een God laten maken trekken ze, uit angst voor verantwoordelijkheid, hun handen ervan af, en maken ze het daarbij groter en universeler dan het dorpje waarin deze regels ontstaan zijn.

Vanzelfsprekend leidt dit tot narigheid. Denk aan kruistochten, vervolgingen en genocide. Zodra een cultuur het ideaal van grootschaligheid krijgt, verliest het de verbinding met de mensen. Cultuur wordt dan niet langer bepaald door  relaties en visies binnen een kleine gemeenschap, maar door grenzen en haar relatie tot andere culturen. Zo wordt cultuur een wedstrijd in plaats van een handvat.

Ik pleit daarom: houd de cultuur kleinschalig. Vorm samen met de mensen om je heen regels en tradities die je steun bieden. En, om machtsmisbruik en onderdrukking te voorkomen, graveer de regels nooit in marmer. Modelleer de regels naar de relatie tussen ouder en kind, waar tenslotte ook altijd over de tijd van thuiskomst na een feestje onderhandeld kan worden.

Ik loop het risico om zweverig te klinken, maar toch zeg ik: houd elkaars handen vast in de chaos van het leven. Maak van jouw medemens jouw religie. Economisch gezien is het ook voordeliger: elke school wordt zo een kerk en elke eettafel een altaar.

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #75. Klik hier voor de volledige editie.

Winkelwagen
Scroll naar boven