Woeste rovers en antieke filosofen

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #62. Klik hier voor de volledige editie.

Erno Eskens en Marthe Kerkwijk maakten samen De kinderen van Chronos, een filosofisch kinderboek dat door Erno is geschreven met illustraties van Marthe. Het verhaal is als volgt: door een uit de hand gelopen goocheltruc belanden twee Nederlandse kinderen in het oude Griekenland. Hier ontmoeten ze een aantal belangrijke filosofen die vooral bezig zijn met hun eigen theorieën. De kinderen moeten uit handen blijven van woeste rovers, en de filosofen zo ver krijgen dat ze hen helpen om terug te keren naar de 21e eeuw. Quintus Masius sprak met beide filosofen over de uitdagingen van het schrijven van een filosofisch kinderboek, romanfiguren die een eigen leven gaan leiden, en de misogyne stereotypering van Xantippe.

Tekst: Quintus Masius

Hoewel ik van De Kinderen van Chronos heb genoten en ook mijn nichtjes er een plezier mee heb gedaan, was ik toch een beetje verrast dat jullie hier mee aankwamen. Wat lag ten grondslag aan het schrijven van zo’n boek?

Erno: Ik ben heel lang geleden begonnen met het schrijven van dit boek. Het is eigenlijk begonnen toen ik mijn kinderen voorlas uit de kinderbijbel. Nu heb ik zelf niet zoveel met het geloof, maar tijdens dat voorlezen begon ik mijzelf af te vragen waarom er niet zoiets was voor mijn traditie: de filosofie en de wetenschap. Iets wat aardser is. En toen heb ik een tijdje geëxperimenteerd met vormen. Om te kijken wat er zou kunnen werken om iets over de verschillende filosofen uit te leggen in de trant van de kinderbijbel. Op een gegeven moment heb ik dat helemaal losgelaten, maar dat was wel mijn eerste gedachte: een verzameling van filosofen in de trant van de kinderbijbel.

Waarom heb je dat idee uiteindelijk losgelaten?

Erno: Op een gegeven moment wilde ik meer een lijn tussen de verschillende filosofen. Anders krijg je allemaal losse stukjes en veel filosofie is ook wel relatief aan de tijd en omstandigheden. Ik heb toen gekozen om mij te beperken tot filosofen in de Griekse oudheid. Allereerst bestonden de verhalen uit korte stukjes over de verschillende filosofen, maar ik merkte dat er bij hun een behoefte bestond voor wat meer verbinding tussen de verhalen. Na lang nadenken heb ik besloten een plot te ontwikkelen.

Er zijn verschillende tijdperken aan te wijzen die belangrijk zijn geweest voor de filosofie. Waarom heb je gekozen voor filosofen in de Griekse oudheid?

Erno: Voor de meeste kinderen is dat toch het begin, maar ik heb ook met het idee gespeeld om het boek te laten spelen in een niet-westerse filosofische cultuur. Verder kun je natuurlijk ook de focus leggen op interessante gedachten in plaats van denkers. Maar ik ben zelf gefascineerd door de Griekse oudheid en ik heb iets met Griekenland. Dus de keuze om het verhaal daar te laten afspelen is een beetje op deze persoonlijke voorkeur gebaseerd.

Marthe, hoe ben jij bij dit project betrokken geraakt?

Marthe: Ik beschouw mijzelf als een hobby-illustrator, maar heb altijd wel een droom gehad om een kinderboek te illustreren. Jaren geleden heb ik dit weleens aan Erno laten weten.

Erno: En toen ging bij mij een lampje branden. Ik had een manuscript voor een kinderboek op de plank liggen, maar nog geen illustrator.

Marthe: En ik had daar wel interesse in! Hoewel ik eerst als illustrator ben gaan lezen, vond ik dat er het een en ander aan schortte. Allereerst de plot: het blijft een uitdaging om filosofische theorieën te verwerken in een plot. In De wereld van Sofie loste de schrijver dat op door de geheimzinnige brieven die Sophie ontvangt. Die kant wilden we echter niet opgaan omdat er dan vaak een breuk ontstaat met het verhaal. Wij wilden de filosofische theorie onderdeel laten zijn van de plot. Of dat gelukt is, laat ik graag aan de lezer over. Daarbij had ik wat inhoudelijke kritiek. Zo heb ik bijvoorbeeld voorgesteld om de misogyne karikatuur van Xantippe, de vrouw van Socrates, te veranderen. Volgens deze karikatuur was zij een helleveeg. Socrates daarentegen waardeerde haar zeer omdat hij op gelijkwaardig met haar kon discussiëren.

Op wie zijn de hoofdpersonages Laura en Bruno gebaseerd?

Marthe: Eerst weerspiegelden deze personages vooral Erno’s kinderen. Dit is geleidelijk veranderd. Zo zit er, bijvoorbeeld, in het boek vier jaar verschil tussen Laura en Bruno, terwijl dat verschil bij Erno’s kinderen veel kleiner is. Ook hebben we de karakters in het verhaal wat meer van elkaar onderscheiden. Zo is Bruno een jong kind met soms impulsieve reacties, Laura daarentegen het oudere en verstandige kind. Erno: Ik had daar in het begin wat moeite mee, want het ging oorspronkelijk wél over mijn kinderen. Marthe: Ik heb toen ook veel moeten zeggen: “Je doet dit voor het plot, niet voor je kinderen. De tijd van voorlezen is voorbij.”

Erno: Dat is waar, en op een gegeven moment weekten de romankarakters zich los. En gelukkig zijn mijn kinderen nu zo oud dat er een groot verschil bestaat tussen hen en de Laura en Bruno uit het boek. Marthe: Wat meespeelde is dat toen Erno dit project begon zijn kinderen rond de zes jaar oud waren. Rond die leeftijd zijn kinderen nog erg afhankelijk van volwassenen, maar een lezer van elf jaar vindt een verhaal over afhankelijke kinderen niet interessant. Zo’n lezer wil meer avontuurlijke personages die risico’s durven te nemen, eigen doelen voor ogen hebben, en niet constant op zoek zijn naar zorgverlenende volwassenen.

Over karakters gesproken, zelf vond ik Thales één van de sterkste karakters uit het boek. Dat vond ik verrassend omdat er weinig over hem bekend is. Hoe hebben jullie dit karakter geconstrueerd?

Erno: Er zijn natuurlijk wel een aantal verhalen aan hem toegeschreven en op basis hiervan hebben we gefantaseerd wat zijn karakter zou kunnen zijn. We kennen allemaal het verhaal over Thales die in een kuil loopt terwijl hij naar de sterren kijkt. In het verhaal wordt Thales met dit incident gepest. Ik wilde Thales vooral als een buitenstaander opvoeren, maar tegelijkertijd ook als iemand die door de machthebbers wel degelijk serieus wordt genomen. Hoewel Thales aan de ene kant door iedereen belachelijk werd gemaakt om zijn abstracte ideeën, lieten ze hem wél rivieren verleggen en anticiperen op zonsverduisteringen. Deze spanning hebben we bewust in het verhaal naar voren willen brengen.

Waarom vonden jullie het zo belangrijk om deze ambiguïteit ten aanzien van Thales zo duidelijk naar voren te brengen?

Marthe: Thales is ook wel mijn favoriete personage, want hij is het meest uitgewerkt, met name door de ambiguïteit die Erno aanhaalt. Ik denk dat zo’n ambiguïteit vandaag de dag ook nog wel herkenbaar is. De huidige machthebbers bestaan uit politici, hun adviseurs, en wetenschappers. Hoewel we vaak aannemen dat deze mensen ons het beste kunnen besturen — we hebben politici per slot van rekening democratisch gekozen— vinden we het ook wel leuk om ze belachelijk te maken. We houden ervan om ze te stereotyperen als wereldvreemde personages. Deze ambiguïteit is nog steeds herkenbaar, ook voor kinderen.

Ik had soms wat moeite met het moreel kompas van Thales.

Marthe: Dat is natuurlijk ook wel een beetje de tragiek van zo’n karakter. Het is interessant om te bedenken hoe Thales zou reageren wanneer hij opeens twee kinderen uit de toekomst op zijn stoep ziet staan. Wij dachten dat Thales daar helemaal niet zo op zat te wachten, want hij is bezig met zijn abstracte theorieën en heeft wel iets anders aan zijn hoofd. Daarbij is Thales in het verhaal ook erg sceptisch. Thales neemt niets zomaar voor waar aan als er geen wetenschappelijke verklaring voor te vinden is. Dus als kinderen hem komen vertellen dat ze uit de toekomst komen en met een magische drievoet terug kunnen reizen, is Thales sceptisch en wil hij ze allereerst als slaaf verkopen aan een liefdevol gezin.

Erno: Binnen die context was dat helemaal niet zo’n gek idee van Thales. Slavernij was in die tijd helemaal geen taboe en slavernij bestond in gradaties. Wanneer je, bijvoorbeeld, in de zilvermijnen als slaaf te werk werd gesteld was je situatie uiterst precair. Maar wanneer je tot huisslaaf werd gemaakt binnen een liefdevol gezin had je het vaak niet zo slecht. Daarbij kon je in veel gevallen jezelf vrijkopen. Marthe: Binnen de context handelde Thales daarom ook niet irrationeel. Ik zou er ook moeite mee hebben wanneer er twee kinderen op mijn stoep zouden staan die vertelden dat ze uit de toekomst kwamen. Dan zou ik ook de bevoegde instanties bellen.

Wat waren de grootste uitdagingen bij het schrijven van dit boek?

Marthe: We hebben erg moeten werken om het plot sluitend te krijgen. Hierdoor bleken bepaalde fantasie-elementen (bijvoorbeeld tijdreizen, vlekkeloze vertalingen) echt noodzakelijk te zijn. Daarbij moesten we heel scherp de consistentie tussen het verhaal en de tekeningen in de gaten houden. Wanneer de kinderen in het verhaal een trui droegen, dan kon ik ze bijvoorbeeld niet afbeelden met een bodywarmer. Ook moesten we situaties vinden waarin het logisch werd dat de filosofen met de kinderen gingen praten.

In hoeverre hebben jullie bronnenonderzoek gedaan naar de verschillende filosofen die in het boek voorkomen?

Erno: We zijn zo dicht mogelijk bij de bronnen gebleven. Hoe Diogenes handelt in het boek komt bijvoorbeeld overeen met beschrijvingen over hem. En de argumenten die in het proces tegen Socrates worden beschreven kwamen in het daadwerkelijke proces voor. Hier en daar hebben we alleen woorden veranderd om dichter bij de beleving van de jeugdige lezer aan te sluiten.

Marthe: De plot borduurt verder op deze originele bronnen. Het enige waarin we enige vrijheid hebben genomen is met Diotima en Aspasia. Deze filosofen hebben we samengevoegd; dit om het karakter van Aspasia wat meer diepgang te geven. Bij de werkelijke Aspasia blijft het onduidelijk of zij nu een bordeel runde of het huishouden van Perikles overzag, maar wél was zeker dat ze deze plek openstelde voor belangrijke discussieavonden. Echter, wanneer zij in het boek spreekt, dan verwoordt zij de filosofie van Diotima zoals Plato deze in zijn Symposium beschrijft.

Is er een reden waarom jullie hier zo authentiek mogelijk wilden zijn?

Marthe: Het is natuurlijk prettig wanneer een 11-jarige die dit boek leest een aha-erlebnis krijgt wanneer deze later — op de middelbare school bijvoorbeeld — met het proces van Socrates of Plato’s Symposium in aanraking komt.

Erno: Daarbij proberen we het boek de moeite waard te maken voor voorlezende ouders. We proberen de filosofische denkbeelden zo helder mogelijk te presenteren. En wanneer je deze al kent, moet je misschien gniffelen omdat we met verschillende elementen spelen.

Smaakt dit naar meer?

Marthe: Ik heb het illustreren van een kinderboek nu van mijn lijstje af kunnen strepen. Ik vond het een interessante ervaring, maar ik voel niet direct de behoefte om meer illustraties te verzorgen voor kinderboeken.

Erno: We hebben nog wel eens gegrapt dat we een hele reeks kunnen maken: Laura en Bruno in de middeleeuwen, Laura en Bruno en de Wiener Kreis, et cetera. Toch zien we zo’n reeks nog niet als serieuze optie. Kijk, mocht dit boek nu een daverend succes worden, dan willen we wel nadenken over een eventueel vervolg, maar we hebben beiden nog genoeg projecten lopen.

Winkelwagen
Scroll naar boven