Henk Smeijsters bouwde de afgelopen jaren aan een oeuvre waarin hij zelfontwikkeling ziet als sleutel om moderne problemen op te lossen. In zijn nieuwste boek, Hoe je een beter mens wordt: levenslessen van moderne denkers, zet hij de gedachten over zelfontwikkeling van negentien denkers op een rijtje en destilleert hij daar levenslessen uit.
Door Quintus Masius
‘Hoe word je een beter mens?’ Een koning zal anders antwoorden dan een imam, een vluchteling of een Nederlandse gravin. Betekent het dan dat het antwoord op deze vraag afhankelijk is van iemands positie of opvattingen? Volgens Henk Smeijsters niet, want de deugdethiek is leidend. Enkel middels de perfectionering van bepaalde deugden kun je volgens hem een beter mens worden. Dan ontstaat natuurlijk de vraag waar je deze deugden kunt vinden en hoe je deze kunt perfectioneren. In dit boek voert Smeijsters verschillende moderne denkers op. Hij gaat chronologisch door de geschiedenis: beginnend met Erich Fromm (geboren in 1900) en eindigend met Markus Gabriel (geboren in 1980). Echt jonge denkers ontbreken dus en met uitzondering van Pankaj Mishra en Amartya Sen betreffen het voornamelijk westerse denkers. De opzet van ieder hoofdstuk is nagenoeg gelijk. Er verschijnt een korte biografie, gevolgd door een uitleg van belangrijke inzichten, een koppeling aan hedendaagse discussies en ter afsluiting de leefregels die Smeijsters uit zo’n denker destilleert. Dit alles maakt Hoe je een beter mens wordt een overzichtelijk en handzaam boek dat prettig leest.
Denken met denkers
Hoe je een beter mens wordt zet in op een verbetering op ethisch, politiek en esthetisch niveau. Samenvattend word je volgens Smeijsters een beter mens wanneer je bepaalde karaktertrekken – zoals betrokkenheid, intellectuele nieuwsgierigheid, verantwoordelijkheid – cultiveert, wegblijft van extremistische denkbeelden en een smaak ontwikkelt voor klassieke cultuur. Het voorgaande zorgt niet alleen voor een zinvol leven, maar levert volgens Smeijsters ook oplossingen voor maatschappelijke problemen (schaarste, kansenongelijkheid, milieuproblematiek). Achttien denkers leveren hier een stukje van de puzzel die Smeijsters in de epiloog met een speech van Bobby Kennedy aan elkaar koppelt. Wat opvalt aan het boek is dat niet alle denkers op eenzelfde manier behandeld worden. Enkele filosofen zijn Smeijsters’ medestanders (Erich Fromm, Albert Camus, Joep Dohmen), terwijl anderen slechts inspiratiebronnen voor hem zijn (Hannah Arendt, Martha Nussbaum) of zelfs kritisch tegen het licht worden gehouden (Roger Scruton, Jean-Paul Sartre). Hoe je een beter mens wordt leest daarom soms meer als een betoog van Smeijsters dan als een overzicht van het denken van deze filosofen. Omdat Smeijsters als een doe-het-zelver deze denkers gebruikt om zijn eigen deugdethiek vorm te geven, komen niet alle aspecten van een denker voorbij. In veel gevallen levert dat geen problemen op, maar bij een aantal filosofen kun je je afvragen of zo’n aanpak wel mogelijk is. Zo laat Smeijsters bijvoorbeeld de politieke opvattingen van Jean-Paul Sartre grotendeels buiten beschouwing, terwijl deze filosoof het marxisme-leninisme als een logisch gevolg zag van zijn handelingstheorie. Bij andere denkers probeert Smeijsters een stap voorbij hun denken te zetten. Zo beargumenteert hij dat zowel Scrutons theorie van moderne kunst als ook Arendts theorie van het kwaad een aanpassing behoeven. Smeijsters’ eigen filosofie is spannend genoeg om deze hoofdstukken boeiend te maken, maar hierdoor ontstaat niet altijd een objectieve inleiding tot het denken van de door hem behandelde filosofen.
Middenpositie of elitisme?
Smeijsters opteert in Hoe je een beter mens wordt voor een middenpositie. De auteur is kritisch op rechtse politici maar trekt tegelijkertijd van leer tegen de linkse ‘woke-cultuur’. Hoewel het in mijn ogen altijd een goed uitgangspunt is om tegengestelde posities af te wegen, heb ik hier vaak het idee dat er gebruik wordt gemaakt van valse equivalenten. Zo stelt Smeijsters bijvoorbeeld dat zowel voor- als tegenstanders van Zwarte Piet elkaar belemmeren in hun demonstratierecht, terwijl het toch echt vooral witte autochtonen zijn die anti-Zwarte Piet demonstranten beperken.
Hoewel het links-rechtsonderscheid in Hoe je een beter mens wordt minder goed uit de verf komt, is Smeijsters wél sterk in zijn populisme-elitismeonderscheid. Smeijsters’ grootste vijand is het populisme, wat zowel links, rechts als neutraal kan zijn. Smeijsters trekt van leer tegen denkers, politici of kunstenaars die de standpunten van ‘het volk’ overnemen. Of het nu Wilders, Mao of de Snollebollekes betreft, Smeijsters wantrouwt figuren die de directe frustraties en voorkeuren van het volk als uitgangspunt nemen en die zelfs als mandaat voor het juiste handelen beschouwen. Smeijsters bepleit daarentegen dat enkel degenen met een juiste training en kennis van zaken recht van spreken zouden moeten hebben; of dat nu cultuur, politiek of de toekomst van de mensheid betreft. Zo bekritiseert hij bijvoorbeeld milieuactivisten en stelt hij dat ze niet altijd oog hebben ‘voor de economische, sociale en politieke complexiteit van de energietransitie’. Ook heeft Smeijsters een broertje dood aan mensen die popmuziek op hetzelfde voetstuk zetten als klassieke muziek en politici die stellen dat de kiezer altijd gelijk heeft. Prikkelende stellingen die garant staan voor scherpe discussies.
In lijn met zijn vorige boeken is Smeijsters’ schrijfstijl helder maar polemisch, waardoor ook de medestanders van zijn visie soms even zullen moeten slikken. Smeijsters steekt bijvoorbeeld de loftrompet over Hoge Cultuur om vervolgens de eeuwigheidswaarde van gearriveerde artiesten als Joseph Beuys of György Ligeti in twijfel te trekken. Hoewel ik van zo’n polemische stijl houd, zou ik soms toch wel wat meer argumenten en duidelijkere verwijzingen zien. Zo stelt Smeijsters dat ‘sommigen’ Yuval Noah Harari zien als ‘een schoothondje van de liberale elite’ zonder duidelijk te maken wie onder deze critici vallen. Een notenapparaat had dit euvel grotendeels verholpen. Maar dat is allemaal klein bier, de combinatie van Smeijsters’ prikkelende filosofie en hedendaagse filosofen maakt Hoe je een beter mens wordt meer dan het lezen waard.
Henk Smeijsters, Hoe je een beter mens wordt: levenslessen van moderne denkers. Eindhoven: Damon, 2024
Dit artikel is verschenen in iFilosofie #79. Klik hier voor de volledige editie.