Klimaatstaking in Den Haag: Wie moet het huis blussen?

Afgelopen vrijdag liepen er duizenden mensen mee met de grote ‘klimaatstaking’ in Den Haag. Deze was georganiseerd door verschillende milieuorganisaties in het kader van de Global Climate Strikes. De staking borduurde voort op de Fridays for Future stakingen van scholieren, maar tijdens de klimaatstakingen deden er niet alleen scholieren mee. Van kinderen van een jaar of vijf, tot daadwerkelijke stakers (dus mensen die niet op werk verschenen) en gepassioneerde ouderen, kortom alle generaties waren vertegenwoordigd. Weer bewees het klimaat zijn verenigende karakter; generaties gingen hand in hand de straat op om te ‘staken’ voor het klimaat. Maar wat dreef al die duizenden mensen om gezamenlijk te gaan staken voor een beter milieu? Voorafgaande aan de staking stelde ik deze vraag aan twee stakers en na de staking benaderde ik hen weer met de vraag of de staking aan hun verwachtingen had voldaan.

Before
De twee studenten wisten niet direct antwoord op de vraag naar hun motivatie. Beiden zijn GroenLinksstemmers en hadden via Facebook de oproep voor de klimaatstaking gezien. Toen hun studiegenoten en vrienden hun vroegen om mee te staken, besloten zij ja te zeggen. De eerste aanleiding om te gaan staken was vooral sociale druk en ‘omdat ze toch vrij waren en niets beters te doen hadden’.

Na enig nadenken konden zij een meer doordachte reactie geven over hun motivatie tot ‘staken’. Met hun staking wilden zij zorgen voor meer aandacht voor het klimaatprobleem, wat in hun ogen nog steeds te weinig erkend wordt door veel mensen. Hoe meer mensen er naar de staking zouden komen, hoe meer aandacht er zou zijn voor de dreigende klimaatcrisis, zo redeneerden deze klimaatstakers. Hun hoop was dat deze actie zou zorgen voor meer bewustwording onder ‘de mensen’. Deze redenatie past bij Greta Thunbergs alarmerende oproep, ‘our house is on fire’, wat oproept tot actie, maar ook tot bewustwording over de urgentie van het klimaatprobleem.

After
Na de staking waren de reacties van deze twee stakers minder enthousiast dan voorafgaande aan de staking. Zij waren met name sceptisch over sommige deelnemende groepen. Een staker berichtte over het meedoen van de antifascistische front Antifa, en beide stakers vonden de manifestatie van de FNV en de SP twijfelachtig. Zo droegen de stakers van de SP een foto van Marx bij zich met de tekst ‘klimaatstrijd = klassenstrijd’ en benadrukten ze daarmee hun linkse invalshoek.

Waar het klimaatprobleem verbindend zou kunnen werken, laten de verhalen over deze staking vooral zien dat het extreemlinks verhaal dat werd verteld door sommige stakende groepen eerder polariserend werkt. Dit past ook bij de beschuldigende toon van sommige stakers tegenover de politiek en grote bedrijven. De politiek en de grote bedrijven hebben het laten afweten, aldus de retorica van deze stakers, en moeten dus nu handelen. Dit, gepaard met een marxistisch sausje, zorgt bij conservatieve burgers vooral voor veel tegenstand tegen het ‘klimaatprobleem’. Daarmee staat zo een retorica een gezamenlijk aanpakken van het klimaatprobleem in de weg.

De teleurstelling van deze twee stakers laat echter zien dat zij met een andere insteek hebben deelgenomen aan de staking en dat biedt ons hoop. Hoewel sommige groepen trachten het klimaatprobleem voor eigen politieke doeleinden te gebruiken, waren er ook genoeg mensen op de been die vooral hun ongerustheid wilden laten merken aan de rest van de bevolking. En zij pleiten dus wel voor een gezamenlijke aanpak, voor een gezamenlijk blussen van ons brandend huis. Het wordt tijd dat er wordt geluisterd naar dit gematigde verhaal, wat niet een verhaal van links, maar van ons allemaal is.

Verder lezen? Bestel Waarom zou ik? op isvw.nl.

Tekst: Zoë Spaaij