Dit artikel is verschenen in iFilosofie #62. Klik hier voor de volledige editie.
Kun je intiem zijn met een vreemde? Dat vroeg ik me de laatste tijd af nadat mijn filosofiedocent die vraag aan me stelde. In eerste instantie dacht ik dat het wel kon, omdat je niet per se iemand goed hoeft te kennen om activiteiten te doen die onder de term ‘intiem’ vallen. Inmiddels denk ik er toch anders over.
Tekst: Guus van der Linden
Intiem en vreemd: definities
Het begrip ‘intiem’ kan een ander anders opvatten dan zoals ik dit begrip versta. Sommigen kunnen een vertrouwd gesprek waarin je informatie deelt die je niet zomaar met iemand deelt, opvatten als intiem. Ook kun je seksuele handelingen die je met een persoon verricht opvatten als intiem. Een definitie van intiem die je op internet en in een woordenboek kan vinden is: vertrouwelijk. Ik ga er daarom van uit dat ‘intiem zijn met een persoon’ betekent dat je iets vertrouwelijks doet met de ander. Dat kan een vertrouwelijk gesprek zijn maar ook vertrouwelijke activiteiten.
Het begrip ‘vreemde’ is een bekend begrip met een simpele definitie. Ik ga uit van de volgende definitie: een persoon die niet bekend is voor jou, oftewel een onbekend persoon. Een persoon die je nog nooit gezien hebt of die je nog nooit ontmoet hebt.
In gesprek met vreemden
Nu we meer duidelijkheid hebben over de belangrijke begrippen die voorkomen in de vraag, kunnen we nadenken of het mogelijk is om intiem te zijn met een vreemde. Mijn antwoord wil ik illustreren aan de hand van een voorbeeld gegrepen uit het leven. Ik werk in de horeca, waar ik vaak in aanraking kom met vreemde mensen. Mij valt op dat ik soms word gevraagd om erbij te zitten om een drankje te doen, terwijl ik die persoon niet eens ken. Best apart, toch? Na werk ga ik meestal wel meedoen aan de gezelligheid die zich afspeelt in het café waar ik werk. Ik kom vaak in gesprek met vreemde mensen en dan lijkt het alsof ik die persoon al jaren ken. Valt zo een situatie dan nog onder het delen van intimiteiten met een vreemd persoon? Ik denk van niet, want altijd voordat ik in gesprek ga met hen, stel ik me aan hen voor en pas dan begint het gesprek. Zodra je kennismaakt met een persoon, ben je geen vreemde meer voor de ander.
We kennen geen vreemden
Stel, je ontmoet een vreemde en jullie stellen je alleen aan elkaar voor, zonder dat er een gesprek tussen jullie op gang komt. Een dag later kom je diezelfde persoon weer tegen. Dan is het geen wildvreemde meer, omdat je elkaar al hebt ontmoet.
Het antwoord op de vraag of je intiem kan zijn met een vreemde is volgens mij ’nee’. Ik ga nu uitleggen waarom. Als je een vreemd persoon tegenkomt en je daarmee een intiem gesprek aangaat, of een dergelijke activiteit, dan stel je je eerst aan elkaar voor. Je hebt een klein onderonsje. Je kan ook een vreemde tegenkomen in de supermarkt, dan stel je je niet aan elkaar voor, maar ik ben ervan overtuigd dat oogcontact je al geen vreemde meer maakt. Dat betekent dat als je met een ‘vreemde’ in contact bent, je geen vreemde meer bent voor elkaar. Hiermee probeer ik te zeggen dat het onmogelijk is om intiem te zijn met een vreemde, want de transformatie van een vreemde naar een kennis heeft al plaatsgevonden voordat je überhaupt intiem had kunnen zijn met diegene.
Daarom is het niet mogelijk om intiem te zijn met een vreemde. Mijn antwoord op de vraag: ‘Kun je intiem zijn met een vreemde?’ is duidelijk: nee.
Van ja naar nee
Hoe kwam ik op zo’n antwoord? Ik stelde de vraag of je intiem kan zijn met een vreemde aan de mensen om mij heen, vrienden en familie. Het antwoord dat ik steeds kreeg was: ja. Ik reageerde altijd met de vraag: waarom? Dan werd mij uitgelegd dat je vertrouwelijke gesprekken of handelingen kan hebben met een persoon die je op die dag spontaan hebt leren kennen. Ik vond dit antwoord niet kloppen, omdat als je diegene ontmoet hebt, je daarna toch geen vreemde meer bent. Dat gaf ik als antwoord terug, en na lang twijfelen en nadenken gaven ze me gelijk. Ik vroeg me af: wanneer vindt de transformatie van een persoon als vreemde naar dezelfde persoon als kennis plaats? Met die vraag in mijn achterhoofd stelde ik mij in gedachten de gebeurtenissen voor die op mijn werk plaatsvinden en zo kwam ik er al snel achter dat die transformatie in het begin van de ontmoeting met een vreemde plaatsvindt.
Ik vond het een interessant vraagstuk, vooral omdat je het vanuit meerdere perspectieven kan bekijken. Ik ben erg benieuwd hoe anderen dit vraagstuk hebben beantwoord en hun antwoord hebben beargumenteerd. Mijn antwoord op het vraagstuk is in ieder geval een ‘nee’.