Intimiteit verdwijnt nooit

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #62. Klik hier voor de volledige editie.

Intimiteit is iets waar wij allen naar streven. Het zorgt ervoor dat we ons niet verwijderd voelen van de mensen om ons heen. Het laat ons realiseren dat iemand ons kent, ook al vat de een ‘intiem zijn’ anders op dan de ander. Zo kan iemand het zien als iets strikt fysieks, terwijl er voor een ander niets fysieks aan te pas hoeft te komen. De meesten zijn het erover eens dat intiem zijn samenhangt met het kennen van de ander. Of dit nou door middel van de naam, de gedachten, het gedrag of een opsomming van verschillende factoren is, we spreken van intimiteit als we de ander kennen. Wanneer dit niet het geval is, zeggen we vaak dat iemand een vreemde is.

Tekst: Merel Hoffmann

Maar wat als mensen die elkaar kennen, opnieuw vreemden van elkaar worden? Is de intimiteit die er dan was, door bijvoorbeeld het hebben van een jarenlange relatie, in één keer verdwenen? Kan deze intimiteit überhaupt verdwijnen alleen omdat het kennen verandert, of blijft het in zekere zin altijd bestaan? En als dit het geval is, als kennen samenhangt met intimiteit en intimiteit nooit echt weg gaat, zou je dan wel intiem kunnen zijn met een vreemde?

Kennis volgens Locke

De 17de-eeuwse Britse filosoof John Locke schreef: “Waarvandaan heeft het brein alle materialen voor rede en kennis? Hierop antwoord ik, in één woord, vanuit ervaring.” Hiermee doelde hij op zijn idee dat je bent wie je bent door de geschiedenis die jij je herinnert en de gedachten die je hebt. Voor hem hangt identiteit dan ook niet samen met de ziel of het lichaam, maar met de herinnering.

Hij legde zijn idee uit aan de hand van een voorbeeld: “Stel dat je op een ochtend wakker wordt, en ontdekt dat je uiterlijk volledig veranderd is. Ander haar, andere kleur ogen, zelfs je lengte is niet zoals die voorheen was. Toch weet je met zekerheid dat jij het bent. Waarom? Omdat je bent ontwaakt met dezelfde ideeën als altijd, dezelfde overtuigingen en vooral dezelfde herinneringen als altijd.” Zolang je in bezit bent van je eigen gedachten en herinneringen zal je nooit een vreemde zijn, niet voor jezelf. Wanneer deze toegang tot je geschiedenis echter van jou zou worden afgenomen, vervaagt volgens Locke je identiteit en de kennis van jezelf. Hiermee valt ook de intimiteit weg die deze persoon bezit met zichzelf en met anderen. Want wanneer je gedachten en je gedrag volledig veranderen, je herinneringen je worden ontnomen en dus alleen je uiterlijk overblijft, spreken we dan nog van jezelf kennen?

Kennis en alzheimer

Stel, een man en een vrouw hebben al jarenlang een relatie. Deze twee kennen elkaar tot op het bot, niets aan hen is vreemd voor de ander. Op een dag verandert dit. De man ontwikkelt alzheimer, een vorm van dementie. Alzheimer is een ziekte waarbij de zenuwcellen in de hersenen kapotgaan. Deze ziekte verandert niet alleen het karakter en het gedrag van de patiënt, maar tast ook het geheugen enorm aan. Het zorgt ervoor dat de man voor zijn partner een volkomen vreemde kan worden. Dit gebeurt terwijl hun geschiedenis jaren omvat.

Hoe intimiteit vervreemding wordt

Wanneer je je geschiedenis niet meer voor de geest kan halen, ontstaat er een idee van vervreemding. De man kan zich niet meer voor de geest halen wie zijn partner is en ook bij zijn partner vindt deze vervreemding plaats. Wanneer de man gedrag gaat vertonen zoals nooit tevoren, woorden gaat zeggen die hij nooit eerder uitsprak en niet meer de gedeelde herinneringen kan vinden, komt hij niet meer bekend voor. Zelfs niet voor degene met wie hij jarenlange intimiteit heeft gedeeld.

Deze intimiteit, die is ontstaan uit het door en door kennen van iemand, kennis die over decennia is opgebouwd, kan die zomaar verdwijnen? Want al is die geschiedenis voor hem compleet onbekend en is zijn identiteit ook voor zijn partner vreemd, er is een geschiedenis die de partner nog steeds voor de geest kan halen. Deze herinneringen zorgen voor een tweestrijd: ze zijn vreemden voor elkaar, maar toch kennen geen twee mensen elkaar beter.

Blijvende intimiteit

Ik geloof niet dat deze intimiteit kan verdwijnen, zelfs wanneer maar één persoon zich de geschiedenis kan herinneren. Bovendien kunnen de twee personen nieuwe intimiteit ontwikkelen. Intimiteit is naar mijn mening een combinatie van het fysieke en het psychische. Ja, intimiteit ontstaat uit gedeelde herinneringen en gebeurtenissen, maar ze komt ook voort uit contact en het delen van fysieke ruimte. Aangezien ook mensen die moeten leven met alzheimer nog intieme relaties ontwikkelen.

Alhoewel ik mij aansluit bij het idee van Locke dat je identiteit nauw is verbonden met je herinnering, geloof ik ook dat, zelfs wanneer de eigenaar van deze herinneringen ze niet meer naar boven kan halen, identiteit blijft bestaan. Dit komt door de mensen om de alzheimerpatiënt heen. Zij zorgen ervoor dat iemands geschiedenis en diens ideeën doorleven, zelfs wanneer diegene ze zelf niet meer heeft. De intimiteit tussen twee mensen zal dus ook nooit volkomen kunnen verdwijnen.

Uiteindelijk is het naar mijn mening hierdoor dus niet mogelijk om intiem te zijn met een vreemde. Er moet iets van geschiedenis zijn om volledige intimiteit op te kunnen bouwen. Al is deze geschiedenis maar van korte duur, er zijn gedeelde herinneringen. Anders is er geen vorm van elkaar kennen en geen intimiteit. Het is dus zeker iets om naar te streven en wanneer de intimiteit dan eindelijk bemachtig is, zal het nooit meer verdwijnen.

Winkelwagen
Scroll naar boven