Dit artikel is verschenen in iFilosofie #60. Klik hier voor de volledige editie.
Wat hebben Plato’s dialogen, De wereld van Sofie en Meesters van de filosofie met elkaar gemeen? Net zo interessant als de inhoud van deze dialogen is de relatie tussen de betrokkenen. In De zijkant van de filosofie is de relatie als volgt: Aline D’Haese heeft Frank Meester erop gewezen dat Frank blinde vlekken heeft ten aanzien van vrouwelijke denkers. Vervolgens zijn Aline en Frank een gesprek aangegaan over eeuwen vrouwelijk denken. Aline breekt een lans voor meer ‘vrouwelijk denken’. Frank sputtert tegen, raakt overtuigd en wordt uiteindelijk een enthousiaste feminist die soms verder gaat dan Aline zelf.
Tekst: Quintus Masius
De aanleiding
De zijkant van de filosofie is ontstaan nadat Aline D’Haese tijdens de boekpresentatie van Meesters van de filosofie de auteurs Frank en Maarten Meester vroeg waarom vrouwelijke denkers er in hun boek zo bekaaid vanaf kwamen. Frank stond, volgens hemzelf, met zijn mond vol tanden, want hij kon geen antwoord geven. Eenmaal thuisgekomen, begon Frank over Alines vraag te reflecteren en concludeerde dat hij zo geconditioneerd was: tijdens zijn studie werden praktisch alleen maar mannelijke filosofen behandeld en Franks docenten waren ook bijna allemaal man. Enige tijd later ontving Frank van Aline een mail waarin ze hem vroeg om samen een boek te schrijven. Het moest een soort Meesters van de filosofie te worden, maar dan met de focus op vrouwelijke filosofen. En omdat Meesters van de filosofie een filosofiegeschiedenis betrof in dialoogvorm, moest De zijkant van de filosofie ook zoiets worden. En waarom ook niet? Meesters van de filosofie was populair en werd succesvol opgevolgd door Meesters in de religie en Meesters in het hier en nu, boeken met eenzelfde format: op een degelijke manier verschillende denkers bespreken. De zijkant van de filosofie kan daarom ook in de voorgenoemde reeks geplaatst worden, alleen is Maarten Meester nu vervangen door Aline D’Haese. Echter, Meester en D’Haese in het vrouwelijk denken bekt niet lekker. Hierdoor is er waarschijnlijk gekozen voor de titel De zijkant van de filosofie, een keuze waarop ik later deze recensie nog zal ingaan.
Faces & heels
In de inleiding zegt Aline vooral teleurgesteld te zijn in Frank, omdat ze wel meer van hem had verwacht. Frank hanteert dan de botte bijl. Hij doet bijvoorbeeld de boude bewering dat Chantal Mouffe een ’excuustruus’ is tussen ‘grote namen’ als Peter Sloterdijk en Bernard-Henri Lévy. Aline reageert hier helaas niet zo sterk op. Een gemiste kans, want het is makkelijk aan te tonen dat Franks opmerking onzin is: academische filosofen zien Mouffe als groot denker. Zo levert zij in de Stanford Encyclopedia of Philosophy veel meer hits op dan Sloterdijk en Lévy tezamen. Zo’n uitspraak zegt daarom meer iets over Frank dan over de merites van Mouffe. Met name door dit soort uitspraken worstel ik wel met Franks geloofwaardigheid. Hij schiet, in mijn ogen, net iets te ver door in zijn underdogpositie. Zulke trucjes zijn leuk in showworstelen waarin je helden (faces) en slechteriken (heels) hebt, maar in een filosofisch boek zijn ze onnodig. In latere hoofdstukken brengt Frank genoeg sterke punten in en Aline is deskundig genoeg om haar verhaal aantrekkelijk te maken. Toch is er ook wel een voordeel van zo’n artificiële of —om in worsteltermen te blijven— kayfabe aanpak. Frank wordt stevig aangepakt en Aline is gedwongen een groter scala van vrouwelijke denkers ten tonele te brengen.
Vrouwelijke denkers en ‘vrouwelijk denken’
Naast voorbeelden van vrouwelijke denkers die met dezelfde ideeën als hun mannelijke collega’s worstelden, toont Aline ook denkrichtingen waarin vrouwen hun eigen expertises ontwikkelden. In de vroege tijd leverden vrouwen vooral een bijdrage aan de lichaam-georiënteerde en ervaringsgerichte filosofie. Volgens Aline kwam dit omdat vrouwen werden uitgesloten van andere denkrichtingen. Doordat vrouwen hierdoor gedwongen waren om onontgonnen gebieden te ontdekken ontstaat er wel degelijk een vorm van ‘vrouwelijk denken’. Hoewel dit ‘vrouwelijk denken’, volgens Aline, niet afhangt van iemands gender, bevolkten vrouwen deze denkrichtingen; andere denkrichtingen bleven immers gesloten voor vrouwen. Ondanks de voorgenoemde uitsluiting, toont Aline aan dat het bepaalde vrouwen lukte om toch tot in de mannelijke bastions door te dringen. Dit leverde tragikomische situaties op. Zo mocht Anna Maria van Schurman, bijvoorbeeld, in de zeventiende eeuw colleges volgen bij Voetius. Echter wel in een hokje met gordijntje, om mannelijke studenten niet te veel af te leiden.
Een historische insteek
De zijkant van de filosofie kenmerkt zich, naast de stijl van discussie en later dialoog, door een historische insteek. Aline laat vooral zien dat er genoeg interessante vrouwelijke denkers zijn geweest door de eeuwen heen. Aline geeft zoveel voorbeelden dat Frank haar gelijk moet geven. Omdat veel teksten verloren zijn gegaan, overtuigt zo’n historische insteek een kritische toehoorder als Frank in het begin niet. Bijvoorbeeld: op Franks stelling dat vrouwen minder goed analytisch kunnen denken doet Aline allereerst een beroep op Hypatia en Aspasia, denkers die ongetwijfeld groots zijn maar waar weinig van is overgebleven. Pas wanneer we in de zeventiende eeuw komen overtuigt ze Frank: Aline kan dan verwijzen naar genoeg bronnen die bewaard zijn gebleven.
Hoewel Alines historische insteek uiteindelijk wel overtuigt, blijven veel vooroordelen hierdoor te lang in de lucht. Een ahistorische redenatie was in sommige gevallen beter geweest. Op Franks stelling dat vrouwen minder goed analytisch kunnen denken had Aline bijvoorbeeld niet hoeven te beginnen bij de Griekse oudheid, maar meteen Elizabeth Anscombe kunnen opvoeren: een twintigste-eeuwse filosoof die door Wittgenstein, Strawson en Davidson werd gezien als één van de grootste denkers. Op het argument dat zij een uitzondering was, had Aline kunnen verwijzen naar de Oxford-groep om Anscombe heen met Iris Murdoch, Philippa Foot en Mary Midgley, vrouwen die in ieder geval in het begin van hun carrière tot de grotere analytische denkers werden gerekend. Echter, omdat Aline met de behandeling van de zeventiende eeuw Frank al heeft overtuigd, lijkt zo’n behandeling van deze denkers minder noodzakelijk dan aan het begin van het boek.
Van discussie naar dialoog
Halverwege is Frank om en wordt hij feminist. Hiermee stoppen dan ook Alines vele tegenvoorbeelden op zijn antifeministische stellingen. Het tweede deel van het boek onderzoekt hierom feministisch denken. Frank en Aline exploreren hierdoor de verschillende aspecten van deze stroming. Waar Frank de stelling inneemt dat vrouwen superieur zijn aan mannen, pleit Aline voor gelijkwaardigheid en een ‘strategisch feminisme’. Dat wil zeggen, wanneer er sprake is van onderrepresentatie, is het zaak om de vrouwelijke stemmen die er zijn extra te benadrukken. Omdat het huidig filosofisch canon bijna geen vrouwen bevat, pleit Aline daarom voor een sterkere representatie van vrouwelijke denkers.
Naast haar eigen voorkeur bediscussiëren de auteurs ook andere vormen van feminisme, waardoor het laatste gedeelte van het boek een mooi overzicht geeft van de verschillende vormen van feministisch denken in binnen- en buitenland. Toch zijn de auteurs het hier ook niet altijd met elkaar eens. Wanneer Aline, bijvoorbeeld, powervrouwen als Neelie Kroes en Margaret Thatcher opvoert om aan te tonen dat vrouwen prima met macht kunnen omgaan, bekritiseert Frank hun neoliberale ideologie. Toch voelt dit aspect een beetje als een één-tweetje dat bovendien wat gedateerd overkomt. Afgezien van een discussie over hun ideologische veren zijn deze powervrouwen, zijn ze niet zo relevant meer. Kroes stopte in 2012 als Eurocommissaris terwijl Thatchers’ premierschap eindigde in 1990, dat is toch alweer een tijdje terug. Toegegeven, het boek noemt ook Ursula von der Leyen en Angela Merkel, maar die verdienen mijns inziens een grotere plek als voorbeelden van politieke powervrouwen.
Op andere vlakken komt het boek op mij ook enigszins gedateerd over. Eva Meijer wordt, bijvoorbeeld, gepresenteerd als een jonge talentvolle filosoof, terwijl zij in mijn ogen al lang een gevestigde naam is. Daarbij mis ik een bespreking van huidige aspecten rondom het feminisme. Zo is er een sterk antifeministische beweging onder rechtse jongeren en zijn er veel discussies rondom de inclusie van transvrouwen in het feminisme. Mede hierdoor verschijnt een filosoof als Judith Butler vaker in de reguliere media om te vertellen dat feminisme niet beperkt hoeft te zijn tot ‘vrouwen die menstrueren’.
Hopelijk niet het laatste boek over vrouwelijk denken
De zijkant van de filosofie leest lekker weg en bevat veel informatie over vrouwelijke denkers en vrouwelijk denken. Het eerste gedeelte leest echter als een ruzieachtige discussie, daar moet je wel zin in hebben. De opbrengst hiervan is zeker niet niets: in kort bestek krijg je een vergeten historie van vrouwelijk denken/vrouwelijke denkers van de antieke tijd tot de zeventiende eeuw.
En hoewel het tweede gedeelte de historische insteek blijft volgen, ligt het zwaartepunt hier op een dialoog over feminisme en vrouwelijke denkers door de eeuwen heen. Dit tweede gedeelte leest prettiger als dialoog, maar mist dan wel weer de scherpte van het eerste gedeelte. Desondanks worden hier ook genoeg interessante ideeën aangehaald en wordt ook Alines eigen positie wat helderder. Zij bepleit om door de eeuwen heen meer vrouwen te voegen in het canon van de filosofie. Hierdoor ontstaat een uitbreiding aan de zijkant die ook de titel van het boek verklaart. Hoewel ik niet overtuigd ben dat dit voor de antieke filosofie succesvol kan zijn, overtuigt deze stelling wel vanaf de middeleeuwen tot de moderne tijd.
Hoe dan ook, De zijkant van de filosofie overtuigt in ieder geval van de noodzaak om vrouwelijk denken op de kaart te zetten. En daarbij geeft De zijkant van de filosofie de lezer genoeg handvatten om zich te verdiepen in interessante vrouwelijke denkers.
De zijkant van de filosofie
Frank Meester & Aline D’Haese
Uitgeverij: Boom filosofie
Jaar: 2021
Iedereen kent Socrates, Kant en Nietzsche. Maar hoe zit het met Theano, Porete, Cereta en Salomé? De geschiedenis van de filosofie wordt grotendeels bevolkt door witte mannen. Vrouwen worden stelstelmatig weggedrukt naar de marge. Hoog tijd om die dwaling recht te zetten…