De verbeelding van het weer

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #60. Klik hier voor de volledige editie.

Bliksembloemen, sneeuwtroost en windadem. Onze ervaring van het weer genereert allerlei interessante beelden en associaties. In Meteorologie van het innerlijk gaat Kris Pint op zoek naar de verbinding tussen weersverschijningen en de filosofische overpeinzingen die ze oproepen. Wat levert zijn zoektocht op?

Tekst: Merel Aalders

Zinnelijke affecten
Pint begint met het besef van de veranderlijkheid van het eigen leven, dat zich afspeelt onder een wolkenhemel die al eeuwenlang hetzelfde is. Die veranderlijkheid doet hem denken aan Walter Benjamin’s werk Ervaring en armoede (1933), waarin het steeds versnellende proces van technologische ontwikkeling wordt beschreven. De voortdurende transformatie van de maatschappij leidt tot wat Walter Benjamin ervaringsarmoede noemt: het verlies aan tradities en verhalen die een kader boden om ervaringen met elkaar te delen. Benjamin spreekt hierbij over de technologische revolutie, die voor een informatieovervloed heeft gezorgd, wat weer doet denken aan informatiewolken, data smog, en ga zo maar door.

Via Benjamin belandt Pint bij Leo Tolstoj, Roland Barthes, Julia Kristeva en nog veel meer kunstenaars en denkers. Het is een origineel concept, de verkenning van de weersverbeelding, al ligt het cliché op de loer. Daar is Pint zich van bewust. Over herfsttij schrijft hij: ‘Het cliché van de herfst als seizoen van het levenseinde […] doet vergeten hoe rijk en zinnelijk de affecten zijn die in deze metafoor meeglippen.’ Zo is er de verademing van de herfst na een hete zomer, maar ook ‘de herfstigheid van tussen twee colleges door uit het raam staren naar de achterkant van de huizen’. De weerservaring van de herfst verweeft zich op vele manieren met onze gemoedstoestand.

Wolkenstaarder
Het leuke van Pints manier van schrijven, die associatief is en aansluit op het alledaagse mijmeren van mensen die voorbij de verschijnselen willen kijken, is tegelijkertijd een valkuil. Hij heeft de neiging om snel aan iets te raken zonder de diepte in te gaan en daarmee te weinig recht te doen aan de ideeën van de denkers die hij in zijn verhaal meeneemt.

Zo gebruikt Pint een gedicht van Lao Tse om de ontreddering te duiden die hij voelt wanneer hij naar de wolken kijkt. In het gedicht beschrijft de spreker zichzelf als een doelloze baby die zich van de anderen onderscheidt doordat hij zich gevoed weet door ‘de grote Moeder’. Pint ziet hierin een vergelijking met een wolkenstaarder zoals hijzelf, voor wie de aanblik van de wolken een soort ontreddering veroorzaakt. Het doet beseffen dat je niet kunt ontsnappen aan jezelf. Hij schrijft: ‘Die “grote moeder” is hier dan het hemelsblauw voorbij de wolken, […] de omhullende hemel. Of in de terminologie van Julia Kristeva: de eerste, koesterende ander, de achtergrond waaruit je opeens voor en als jezelf verschijnt, zichtbaarheid krijgt.’

Misschien heeft een wolkenstaarder zich nooit volledig heeft losgemaakt van de eerste staat van versmelting met ‘de moeder’, oftewel het wolkendek dat doet beseffen dat je niet kunt ontsnappen aan jezelf, denkt Pint. Hier lijkt hij echter verschillende gedachtegangen aan elkaar te willen knopen. Het versmelten met de bron (de ‘moeder’, de oorzaak van alles wat is) volgens de Tao Te Ching kan juist ook worden opgevat als een ontsnapping aan het ‘zelf’, dat bijvoorbeeld verlangt, oordeelt of ontreddering voelt. Dat is iets anders dan een confrontatie met jezelf. Wat er precies met het ‘zelf’ bedoeld wordt is onduidelijk en de verschillende ideeën lijken hier niet zo goed op elkaar lijken aan te sluiten.

Losse schroeven
Soms lijkt Pint het esthetische effect van zijn woorden hoger op de agenda te hebben staan dan hun inhoud. Hier en daar een definitie zou niet misplaatst zijn. Het begrip atmosfeer lijkt bijvoorbeeld verschillende invullingen te krijgen, wat er vooral voor zorgt dat de lezer zelf ook een beetje wegdroomt.

Meteorologie van het innerlijk leest als een slingerend beekje dat telkens een mooi inzicht of idee meeneemt in zijn stroom. De associatieve manier van schrijven is aantrekkelijk en kan diepgang bieden aan de mijmeringen van andere dagdromende mensen. Pint positioneert zichzelf nergens, zijn dwalende gedachten functioneren als schakels tussen de ideeën van anderen. Enerzijds biedt dat een fijne leeservaring, anderzijds kun je je afvragen of het geheel niet iets te veel op losse schroeven staat.


Meteorologie van het innerlijk

Kris Pint

Uitgeverij: Boom filosofie
Jaar: 2020

‘Hoe vanzelfsprekend een wolkenlucht, een maannacht of de wisseling van de seizoenen ook lijken, in de koppeling tussen jou en bepaalde weerservaringen schuilt de confrontatie – “aangename huivering” – met bepaalde innerlijke ervaringen die je buiten en voorbij jezelf lijken te voeren.’


Winkelwagen
Scroll naar boven