Tekst: Petra van der Kooij
Ik zit al even in Dignita Hoftuin, het cafeetje waar we hebben afgesproken, als Kauthar Bouchallikht (1994) binnenkomt. Het vegetarische en biologische café in stadscentrum Amsterdam wordt ook wel de ‘Groene Oase te midden van de stadshectiek’ genoemd. Naast duurzaamheid zet het café zich in om kwetsbare groepen in de samenleving weerbaarder te maken en te helpen met re-integreren op de arbeidsmarkt. De twee doelen die het café nastreeft, duurzaamheid en inclusiviteit, staan ook centraal in dit interview. Toevallig? Een beetje. Bouchallikht komt hier wel vaker en het is zeker geen toeval dat ze hier graag zit, maar het was vooral handig om hier af te spreken omdat ze straks nog een afspraak heeft bij de stichting Nieuw Wij, een organisatie die zich inzet om verbindingen te bevorderen op het gebied van cultuur, religie en levensbeschouwingen tussen verschillende bevolkingsgroepen en burgers. Naast haar activiteiten voor Nieuw Wij werkt Bouchallikht als journalist voor verschillende media, als campaigner voor DeGoedeZaak, als facilitator en trainer en is ze voorzitter van de stichting Groene Moslims. ‘Deze verschillende werkzaamheden zijn voor mij allemaal zaken die elkaar aanvullen en elkaar nodig hebben’, licht ze toe. Die samenwerking tussen organisaties en mensen, maar ook het verbinden van verschillende thema’s is belangrijk voor haar en komt regelmatig terug tijdens het interview. ‘Het overkoepelende thema daarin voor mij is nadenken over welke rol ik speel in de samenleving en hoe ik daar mijn verantwoordelijkheid voor kan dragen’, vertelt Bouchallikht. ‘Dat gaat van campagne voeren voor duurzaamheid tot schrijven over de psychologische impact van racisme en seksisme in populaire cultuur of het verzorgen van workshops. Dus het is op allemaal verschillende vlakken nadenken over wat ik kan, waar dat past en met welk doel.’
Geloof als inspirator
Het geloof speelt een belangrijke rol voor Bouchallikht in het nadenken over haar rol en verantwoordelijkheid. ‘Een concreet voorbeeld daarvan is mijn werk voor de stichting Groene Moslims’, vertelt ze. ‘Omdat wij geloven dat de aarde ons door God gegeven is en dat elke schepping een bepaalde waarde heeft, vertaalt dat zich in een verantwoordelijkheid daarnaartoe. Weten dat God ziet en het belangrijk vindt hoe ik de aarde en mijn medemens behandel, is belangrijk voor mij. Het gaat er dan niet zozeer om: God ziet mij en uit angst ga ik dingen doen. Maar het gaat erom dat God mij evenveel waarde heeft gegeven als ieder ander mens op aarde. Dus waarom zou ik dan moeten denken dat ik hier wel ontzettend kan vervuilen terwijl ergens in het zuidelijk halfrond van de wereld de mensen daar veel meer last van hebben, of aan de noordkant van de wereld dieren daardoor niet meer kunnen leven? Dit laat zien waarom duurzaamheid belangrijk is als het gaat over gelijkwaardigheid en wat dit betekent voor mijn rol en verantwoordelijkheid. Maar het gaat over meer dan alleen duurzaam leven. Het gaat ook over het goed behandelen van je buren. Dat is ook iets wat de islam mij leert: probeer goed om te gaan met je buren en je ouders. Het gaat er dus om een goed mens proberen te zijn op alle mogelijke manieren. Dat is wat mij drijft’, besluit Bouchallikht. ‘Maar,’ voegt ze toe, ‘daarbij probeer ik me wel bewust te zijn van al mijn menselijke beperkingen. Ik weet dat ik de wereld ook niet kan redden, maar ik probeer wel te doen wat binnen mijn handelingsmacht ligt.’
Handelingsmacht in het dagelijks leven
Die handelingsmacht is divers en kan liggen in zowel de kleine keuzes van het dagelijks leven als in grotere keuzes over wat bijvoorbeeld het beroep is dat je gaat uitoefenen.
Voor Bouchallikht staan die keuzes in het teken van het nemen van haar verantwoordelijkheid om te proberen de wereld rechtvaardiger te maken. ‘Uiteindelijk gaat duurzaamheid ook over sociale rechtvaardigheid en nadenken over wie er verantwoordelijk zijn. Enerzijds omdat niet iedereen gelijk getroffen wordt door klimaatverandering of klimaatbeleid, anderzijds omdat bepaalde consumptiekeuzes die we hier maken gevolgen hebben voor mensen die aan de andere kant van de wereld leven. Waarom zou ik bijvoorbeeld vinden dat ik een avocado uit Zuid-Amerika zou mogen eten als ik weet dat mensen daardoor lokaal minder water hebben en dat het hun voedselvoorziening inperkt? Dat vind ik moeilijk. Dit geldt net zo goed voor dieren. Vegetarisch eten is niet alleen beter voor het milieu, maar het gaat ook om onze relatie met het dier zelf: de grote vraag naar vlees leidt tot een bio-industrie die schadelijk is voor de dieren en de planeet.’
Duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid zijn leidend in de dagelijkse keuzes die Bouchallikht maakt. En die keuzes zijn er in allerlei vormen en maten. Ze somt op: ‘Zet ik de verwarming hoger of trek ik een trui aan? Eet ik wel of geen vlees? Koop ik wel of geen avocado’s? Ga ik wel met het vliegtuig of niet? Bewust consumeren houdt niet op bij vegetarisch proberen te eten. Het gaat ook over de keuze om wel of geen avocado’s te eten die moeten worden overgevlogen. En over welke kleding je wel of niet koopt omdat het uitmaakt hoe die kleding is geproduceerd en hoe de mensen die die kleding hebben geproduceerd worden behandeld. Ook daarin zit een sociale verantwoordelijkheid. Het is overigens makkelijker gezegd dan gedaan, maar ik probeer wel stil te staan bij deze dagelijkse keuzes. Soms is dat overweldigend, want er is gewoon heel veel. Je kunt alles wat je doet bewuster doen: minder plastic kopen, niet in plastic inpakken. Er is genoeg te doen!’
Om niet te verdrinken in deze zee van mogelijkheden ziet Bouchallikht het vooral als een proces. ‘Ooit zou ik het heel tof vinden om zero waste te leven bijvoorbeeld’, droomt ze. ‘Dat is nog lastig in onze maatschappij. Het is daarom een soort persoonlijke zoektocht naar wanneer je een bepaald besluit kunt en wilt nemen. Of dat nou iets is wat geleidelijk gaat of dat je cold turkey gaat en van de ene op de andere dag besluit ergens mee te stoppen, dat zal ieder voor zich moeten bepalen. Ik zie het vooral als een proces waarin ik niet alleen bij de dagelijkse keuzes nadenk over korter douchen of niet, maar ook reflecteer op hoe ik mijn levensstijl wil inrichten op de lange termijn. Ik probeer dat doel in mijn achterhoofd te houden bij het maken van dagelijkse keuzes en zo te bepalen wat ik geloof dat de goede keuze is. Ik probeer daarin ook eerlijk naar mezelf toe te zijn dat dat niet altijd lukt. Het is een doorgaand proces dat niet altijd gaat zoals ik het wil, dat probeer ik te accepteren. Het blijft lastig om altijd te kiezen voor wat goed is. Ze zeggen niet voor niks: “zalige onwetendheid”. Op het moment dat je niets weet of je nergens bewust van bent, dan ga je zo vaak vliegen als je wilt en eet je precies waar je zin in hebt. In dat opzicht geldt wel: bewuster leven betekent ook meer nadenken over de keuzes die je maakt en dat is niet altijd makkelijk. Tegelijkertijd zit juist daarin ook het verrijkende. Het geeft betekenis aan je leven en het vraagt je om continu te reflecteren op welke rol je speelt als individu in deze samenleving en hoe je de jaren dat je leeft zo goed mogelijk gaat inrichten.
‘Het is niet altijd leuk om bij alle kleine keuzes in het leven constant te moeten omgaan met moeilijke dilemma’s of de frustratie en vermoeidheid die daarbij komt kijken’, voegt Bouchallikht toe. ‘Maar het is wel nodig en waardevol omdat je er uiteindelijk ook ergens mee naartoe werkt. En uiteindelijk, wat stellen mijn keuzes nou voor ten opzichte van iemand die van een vervuilde rivier leeft in Nigeria?’, verzucht ze. ‘In dat opzicht is het ook allemaal maar relatief. Dus, zonder te miskennen dat het soms moeilijk is – want ik vind het ook belangrijk dat we niet alles gelijk helemaal wegrelativeren en wel erkennen dat het soms ingewikkeld is – moeten we ook beseffen dat het relatief is. Dat helpt bij het bedenken wat het grotere plaatje is en waarom je bepaalde keuzes maakt. Iets dat tegelijkertijd heel ingewikkeld en heel mooi kan zijn.’
Keuzemogelijkheid
Dat het maken van de duurzame keuze niet altijd lukt heeft ook te maken met de beschikbare voorzieningen en sociale normen. Probeer maar eens zero waste te leven, dat is heel lastig. Er zijn bepaalde structuren die onze maatschappij vormgeven en onze keuzes beïnvloeden. Het kan lastig zijn om daar weerstand tegen te bieden. ‘Als individu kun je bepaalde dingen wel doen, maar als er bijvoorbeeld geen nachttreinen zijn vanuit Nederland, dan wordt het ingewikkeld om te reizen op een manier die CO2- neutraal is. Maar,’ vervolgt Bouchallikht, ‘het is wel belangrijk dat er bewustzijn ontstaat bij het individu over wat voor impact reizen heeft op de wereld.
‘Aan de andere kant ben ik wel van mening dat het individu mogelijkheden moet hebben om uit te kiezen. Stel dat je net begint na te denken over duurzaamheid en je beseft hoe slecht vliegen is voor het milieu. Je denkt erover om minder te gaan vliegen, maar dan zie je een vliegticket naar Barcelona voor twintig euro en is er geen andere mogelijkheid om er voor diezelfde prijs te komen. Het kan dan heel ingewikkeld zijn om de keuze om niet te vliegen te maken, of dat het langer duurt voordat je die keuze kunt omarmen.
Zo hebben de keuzemogelijkheden invloed op de keuzes die het individu maakt. Het is een soort cirkel. Zolang die keuzeruimte er niet is, wordt de duurzame keuze minder gemaakt en blijven we vastzitten in de huidige patronen. Tegelijkertijd kunnen we juist de huidige structuren doorbreken door wel anders te kiezen.’
Collectieve macht
Ik vraag hoe we die patronen gaan doorbreken. Is dat iets wat we aan de politiek moeten overlaten of vraagt het om een actieve houding van ons als burgers? ‘Politiek is de mensen’, reageert Bouchallikht. ‘Kijk, sommige systemen zitten wel een beetje vast. Die zijn van oudsher op een bepaalde manier ingericht en zijn niet zo makkelijk te veranderen. Dit is voor mij de reden waarom duurzaamheid verder gaat dan bewust consumeren. Dat laatste is heel belangrijk, maar het gaat ook over macht. Als consument heb je macht om de keuze te maken om bepaalde dingen wel of niet te kopen. Maar als burger heb je ook een bepaalde politieke macht en de vraag is hoe je daar zodanig gebruik van kunt maken om invloed uit te oefenen op die vastgeroeste structuren.
‘Het zijn overigens niet alleen burgers die politieke macht hebben. Je hebt ook te maken met grote partijen en grote bedrijven die veel macht hebben en op hun eigen manier invloed proberen uit te oefenen op de politiek. En die belangen zijn soms tegengesteld aan de belangen van het individu die een duurzame keuze probeert te maken. Zo gezien is politiek dus een machtsspel. Maar we moeten beseffen dat we als burger ook onderdeel zijn van dit krachtenspel en dat wat we met deze macht kunnen bereiken afhangt van de keuze die je wel of niet maakt als individu. Je kiest er als individu voor om ergens te gaan protesteren of niet, maar als we daar nou met z’n heel velen wél voor kiezen dan vormen we een collectieve macht.
Bij DeGoedeZaak werkt Bouchallikht aan het opbouwen van een collectieve macht. DeGoedeZaak is een burgerbeweging die zich inzet voor maatschappelijke verandering en bouwt aan een eerlijke, inclusieve, duurzame en democratische samenleving. Dit doen ze op verschillende manieren, bijvoorbeeld door het starten van petities. ‘Dat is een goed voorbeeld van hoe individuele actie kan leiden tot structuurverandering’, legt ze uit. ‘Want op het moment dat ik mijn naam ergens onder zet, dan is dat een keuze die ik als individu maak. En als tienduizenden mensen dat doen, dan kan de politiek niet meer om ons heen. Dat is een beetje wat wij bij DeGoedeZaak doen: het mobiliseren en bijeenbrengen van verschillende groepen uit de samenleving om zo collectieve actie te creëren. Dat hebben we ook gedaan door mee te organiseren met de klimaatmars en met 40.000 burgers duidelijk te maken dat we eerlijk klimaatbeleid willen, waar de grote vervuilende bedrijven ook aan meebetalen.’
Samenwerken
Het bij elkaar brengen van verschillende groepen mensen en het integraal aanpakken van verschillende thema’s is waar het volgens Bouchallikht om draait. Het gaat niet om uitsluiting maar om samenwerking. Het is dus ook niet zo dat als je voor de ene partij kiest, je niet meer actief kunt zijn voor de andere partij. ‘Iemand vroeg mij een keer: je bent voorzitter van de stichting Groene Moslims, zou je dan ook voor Greenpeace werken?’, vertelt ze. ‘Ja, natuurlijk zou ik dat doen. Soms kan de aanpak van verschillende organisaties verschillen, maar zijn de doelen gelijk. Ik zie dan geen reden waarom je niet zou kunnen samenwerken. Er zijn wel verschillen. Op het moment dat ik bijvoorbeeld voor de Groene Moslims actief ben, dan praten we over God en hebben we het over rentmeesterschap en verantwoordelijkheid. En als ik los van de Groene Moslims met een partij samenwerk die ook duurzaamheid nastreeft, dan praat ik niet per se over God. Maar we hebben het wel over dezelfde thematiek: hoe zorgen we ervoor dat deze aarde leefbaar is? Dat is genoeg aanleiding om samen te werken. Wat voor mij daarboven ligt is het verhaal van God en verantwoordelijkheid. Voor anderen die bijvoorbeeld kinderen hebben is het belangrijk dat hun kinderen in een fijne wereld kunnen leven. Voor hen is dat de motiverende factor om zich actief in te zetten voor duurzaamheid.
‘Dat gevoel deel ik niet per se omdat ik geen kinderen heb, maar ik geloof wel dat we de aarde voor de volgende generaties moeten behouden. Daar kunnen we elkaar dus wel in vinden. Het is belangrijk dat we die verhalen van elkaar kennen. Zo kunnen we begrijpen wat een ander wel of niet beweegt bij het maken van bepaalde keuzes. Dat gaat ook over inclusiviteit. Op het moment dat je een bepaalde sociaaleconomische positie hebt en je hebt bepaalde lasten, dan kan ik niet zomaar van die persoon vragen om in plaats van voor twintig euro een goedkoop vliegticket te boeken voor een paar honderd euro diezelfde reis te maken. Het is heel belangrijk om te begrijpen waar de ander staat en om daarin ook gelijkwaardig te blijven’, licht Bouchallikht toe. ‘Je kunt niet een bepaalde keuze afkeuren als je niet weet wat daarachter zit. Ik denk dat dat heel belangrijk is omdat we uiteindelijk iedereen nodig hebben in het streven naar een groenere en duurzame wereld. En dat kan alleen als we oog hebben voor wat verschillende mensen drijft en wat eventuele beperkingen kunnen zijn. Als we dat duidelijk hebben, dan kunnen we ons richten op de vraag: hoe kunnen we elkaar helpen om de transitie naar een groenere en duurzame samenleving wel te maken?’
Inclusiviteit
Om deze reden is Bouchallikht niet alleen actief voor verschillende organisaties, maar zet ze zich ook in op verschillende vlakken. ‘Op het moment dat je probeert te werken aan een duurzame wereld moet je ook beseffen dat vrouwen, en dan vooral vrouwen uit het zuidelijk halfrond, het hardst getroffen worden door klimaatverandering. Dit terwijl het vooral mannen uit het noordelijk halfrond zijn die klimaatbeleid bepalen. Je kunt dus niet praten over duurzaamheid zonder het te hebben over feminisme. En je kunt niet praten over feminisme zonder het te hebben over discriminatie of kleur. Voor mij zijn al die dingen dus onlosmakelijk met elkaar verbonden: onrecht is onrecht. Dus of iemand nou invloed probeert uit te oefenen op het klimaatbeleid vanuit feministische overwegingen, vanuit ideeën over sociaaleconomische gelijkheid of dat het iemand is die het doet vanuit het idee dat het redden van de ijsberen heel erg belangrijk is. Het kan allemaal. Dus het is voor mij niet óf-óf.’
Actief zijn op verschillende vlakken is niet altijd even gemakkelijk. Bouchallikht is zichtbaar moslim en dat roept reacties op. Zowel positief als negatief. ‘Als ik ergens ben, dan reageren mensen op het feit dat ik moslim ben. Dat kan heel positief zijn, zowel binnen de duurzaamheidsbeweging als vanuit de moslimgemeenschap. Maar er worden soms ook grapjes over gemaakt of er worden bepaalde vragen gesteld waar een bepaalde laag achter zit. Dat is voor mij juist een teken dat we het hier ook over moeten hebben. Dat is wat ik bedoel met inclusiviteit. Als iemand bijvoorbeeld streeft naar een rechtvaardigere wereld, maar ook bepaalde denkbeelden heeft die niet sympathiek zijn tegenover minderheden, dan moeten we het daarover hebben. Los van dat het moreel niet verantwoord is om groepen uit te sluiten is het ook niet handig. Uiteindelijk moeten we het samen doen. Dit betekent overigens niet dat ik precies weet hoe het zit en dat ik het allemaal bij het rechte eind heb. Ik zal ook bepaalde denkbeelden hebben of ideeën die niet goed zijn en ik hoop dat iemand mij erop wijst als dat het geval blijkt te zijn. Gesprekken daarover zullen we binnen welke beweging dan ook moeten blijven voeren. We moeten blijven beseffen dat we hier samen zijn en gezamenlijk proberen een beter leefklimaat te creëren. Daarom moeten we het hebben over inclusiviteit. Dat is echt nodig.’
Mijlpalen
Ondanks dat het nastreven van verandering niet altijd makkelijk is, blijft Bouchallikht hoopvol. ‘Die hoop zit voor mij zowel in de kleinere als in grotere doorbraken. Ik heb bijvoorbeeld weleens workshops verzorgd voor basisschoolleerlingen. Bij een van die workshops kwam een leerling naar me toe op het moment dat ik koffie in mijn hand had. Ze zei tegen mij: “Juf, weet u dat koffie ook heel slecht is voor het milieu?” Dat verraste me en ik dacht: dat is cool, dat ze al zo bewust het gesprek daarover met mij aangaat. Dat vind ik een mijlpaal. Een mijlpaal is ook de geslaagde actie die ik met DeGoedeZaak heb georganiseerd waarbij we het kabinet uitfloten omdat het gepresenteerde klimaatplan naar onze mening “een aanfluiting” was. Of om in een moskee te staan en het daar te hebben over hoe we onze voetafdruk kunnen proberen te verkleinen. Maar ook zoiets als korter te douchen. Weet je, ik probeer alles een beetje te vieren’, zegt Bouchallikht lachend. Een mijlpaal hoeft overigens niet altijd iets te zijn waar je zelf actief aan hebt bijgedragen. ‘Een mijlpaal is voor mij ook de uitspraak van de rechter bij de klimaatzaak van Urgenda. Hierdoor besef ik dat al die beetjes die iedereen op z’n eigen manier probeert bij te dragen impact hebben. Zo vormt de uitspraak van de rechter bij de klimaatzaak of zo’n leerling die op me afstapt een voorbeeld van dat verandering mogelijk is. Dat is fijn om te zien. Dus hoop zit in al deze voorbeelden en daar probeer ik aan vast te houden.
‘Naast die zichtbare aspecten van hoop zijn er ook onzichtbare aspecten. Bijvoorbeeld dat ik al die samenwerkingen met verschillende mensen mag hebben en daardoor inzie van: hé, we proberen dit samen. Daarnaast geeft het mij ook hoop dat ik geloof. Ik zal nooit weten welke impact ik als individu heb gemaakt op de grote som der delen, maar ik geloof wel dat God ziet dat ik mijn best doe. Dus hoop zit soms in de concrete zichtbare dingen en soms meer in de ontwikkelingen en het proces. Uiteindelijk gaat het ook om het proces zelf, los van de uitkomst, want dat laatste heb ik als individu niet volledig in de hand.’
Ter afsluiting drukt Bouchallikht mij op het hart: ‘De situatie is echt heel urgent en we moeten hier met z’n allen wat aan proberen te doen. Uiteindelijk gaat het over sociale rechtvaardigheid. En ik hoop dat we kunnen voorkomen dat bepaalde landen onleefbaar worden. We moeten die urgentie gaan voelen als samenleving. Verandering komt uiteindelijk wel, maar het zal nooit snel genoeg gaan. Daarin mogen we niet vergeten hoe erg we elkaar nodig hebben en beseffen dat al die verschillende vormen van onrecht samen bestreden moeten worden. Klimaatonrechtvaardigheid is daar een van.’
Dit artikel is onderdeel van het boek Waarom zou ik? van Petra van der Kooij. Klik hier voor meer informatie.