Deze pagina biedt toegang tot aanvullende informatie bij het boek Wortels van levenskunst van Hong Zicheng. Deze informatie is zoveel mogelijk gebundeld in een gratis e-book. De gedrukte uitgave bevat enkel de vertaalde aforismen van Hong Zicheng, voorafgegaan door een beknopte inleiding. Het e-book biedt meer achtergrondinformatie en geeft bij vrijwel elk aforisme een uitleg van namen en begrippen en een of meer citaten uit filosofische en literaire bronnen waar het aforisme uit put of bij aansluit.
Download het e-book hier.
Minder geschikt voor opname in een e-book zijn illustraties; die zijn in vervolg van deze pagina opgenomen. Via links in het e-book komt telkens meteen bij de desbetreffende illustratie uit. Maar u kunt ook gewoon op deze pagina grasduinen; klik op een van de +-regels en de inhoud opent vanzelf. Klikken op een afbeelding leidt toont deze geïsoleerd op een pagina; soms is dat ook een grotere afbeelding.
Introductie
Een bekend motief in de traditionele Chinese, en meer nog Japanse schilderkunst is dat van drie oude mannen die samen proeven van een groot vat azijn. Het zijn Kongzi, Laozi en Boeddha. Kongzi vindt de azijn zuur, want hij is zelf ook een beetje verzuurd door de toestand van de in zijn ogen gedegenereerde maatschappij, die zich meer aan de oude riten zou moeten houden. Voor Boeddha smaakt het bitter; het karakter voor bitter ku 苦 staat namelijk ook voor het boeddhistische begrip ‘lijden’ (duhkha). En Laozi? Die vindt het lekker, want hij neemt alles zoals het komt. Maar al verschillen de of beter, hún smaken, het is wel één en dezelfde azijn. Dit beeld staat voor de vrij wijdverspreide opvatting dat de drie leren of tradities (uiteindelijk) één zijn: sanjiao heyi 三教合一. Dat idee leeft vooral vanaf de Song dynastie (960-1279). Er wordt van de literaten, de goed opgeleiden, wel gezegd dat zij confucianist zijn op het werk, daoïst in hun vrijetijd en boeddhist bij ernstige gebeurtenissen in het leven.
Drie wijzen proeven azijn, door Setsyou 雪松 (actief Meij periode 明治, 1868-1912; detail). Laozi staat links vooraan, rechts staat Kongzi en achteraan Boeddha.
Een ander gangbaar motief vormen de Drie schaterlachen bij de Tijgerbeek. Op een dag gaat de confucianistische dichter Tao Yuanming 陶淵明 (365-417, vaak in de aforismen aangehaald) met de daoïst Lu Xiujing 陸修静 (406-477) naar de Donglin 東林 tempel om hun boeddhistische vriend Huiyuan (334-416) te bezoeken. (Een blik op de jaartallen maakt duidelijk dat dit geen historische gebeurtenis kan zijn.) Huiyuan leeft als een kluizenaar en heeft de gelofte afgelegd zijn plek niet te verlaten en dus nooit de brug over de Tijgerbeek over te gaan, totdat hij verlicht zal zijn. Na een genoeglijk samenzijn laat hij zijn gasten uit en terwijl ze napraten horen ze opeens een tijger brullen. Dan realiseert Huiyuan zich dat hij de brug is overgestoken. Op dat moment barsten ze alle drie in lachen uit. Ook die anekdote illustreert dat de drie levensbeschouwingen in een gedeeld verlichtingsmoment samenvallen.
Huiyuan is de stichter van de Donglin tempel en wordt gezien als grondlegger van de Zuiver Land school van het boeddhisme.
Drie schaterlachen bij de Tijgerbeek, door Suga Tatehiko 菅楯彦 (1878-1963). Een detail van deze schildering staat op het omslag van de vertaling van de bundel.
Wandschildering van de drie schaterlachen in de Bei Chi tempel 北極殿 in Tainan (Taiwan) door Pan Li-Shui 潘麗水 (1914-1995).
Kongzi, wrijfprent naar een schildering van Wu Daozi 吳道子 (685-758)
Laozi, kopie naar Zhang Lu 張路 (Ming dynastie 1368-1644)
De inscriptie (die niet op het origineel van Zhang Lu staat) luidt als volgt:
Laozi was filosoof uit de een Lente en Herfsttijd-tijd (777-476 v.Chr.), stichter van de Dao-school. Zijn familienaam was Xiao, zijn eigennaam Er en zijn koosnaam was Oompje. Hij was een man van de staat Chu, uit de provincie Ku. Kongzi vroeg hem eens een boek te geven. Laozi scheef er een en trok zich daarna terug.
Volgens de overlevering was het overigens niet Kongzi die om een boek vroeg, maar de grenswacht Yingxi 尹喜. Hij vroeg Laozi om zijn leer op te schrijven voordat hij het land zou verlaten; zie onderstaande schildering (rond 1600).
Shakyamuni door Liang Kai 梁楷 (ca. 1140-na 1210). De schildering toont Shakyamuni als hij na jaren van ascetische beoefening terugkeert uit de bergen. Hij is dan dus nog niet de verlichte Boeddha.
Bron
Deze tekst is mede als bron voor de vertaling gebruikt.
Hieronder de titel van de bundel in een kalligrafiestijl waarbij de karakters zijn opgebouwd uit natuurbeelden (bloemen, bladeren, bamboe, visjes, vogels, vlinders e.d.), zogeheten ‘bloemen en vogels karakters’, 花鳥字.
Groente- en wortelaforismen, kalligrafie door Song Zheng 宋崢 (2020)
Luisteren naar de qin, door Keizer Huizong 徽宗 (1082-1135)
De inscriptie is van Cai Jing 蔡京 (1047-1126), een hooggeplaatste ambtenaar, die op tachtigjarige leeftijd ontslagen en verbannen werd (en op weg naar zijn verbanningsoord van honger omkwam). Het bekleden van een hoge functie was in de hele Chinese geschiedenis zelden een veilige en zekere zaak, zoals de aforismen niet ophouden ons te leren. Het niet eenvoudig te vertalen gedicht gaat zo:
Het vibrato roept de Shang-noot op, ontstaan uit hout van de Tong-boom;
te midden van de ontspanning lijkt er wel een zuchtje pijnboomwind te waaien.
De ene gast kijkt bewonderend op; de ander buigt het hoofd vol ingehouden emotie;
het is alsof het hele stuk zonder snaren gespeeld wordt.
Respectvol opgeschreven door uw dienaar Jing
De Shang-noot is de tweede noot van de vijftonige reeks en wordt geassocieerd met de herfst en verdriet. Hout van de Tong-boom is geschikt voor een qin. De laatste regel verwijst naar de snaarloze qin van Tao Yuanming, waarover we in de bundel nog zullen horen.
Qin, tentoongesteld in de tempel van Kongzi in Taipei, Taiwan 臺北孔子廟.
Bron
Enkele van deze tekens tonen, net als onderstaande zegelafdruk, een hoofd of mens, als het ware op een kruispunt staand; daar ligt misschien een relatie met ethiek: welke weg dien ik te bewandelen?
Hieronder staat een kopie van aforisme 1-9, zoals weergeven in een Chinese uitgave, te lezen van rechts naar links en van boven naar beneden. Helemaal rechts staat als een samenvatting het ‘motto’ van het aforisme. Dat zijn latere toevoegingen, die niet in de vertaling zijn opgenomen. Links daarvan staat de eigenlijke tekst van het aforisme (met in klein lettertype de fonetische uitspraak op basis van het in Taiwan gangbare fonetische alfabet).
Dan volgt een toelichting in drie onderdelen:
– Verklaring van gebruikte begrippen en uitdrukkingen (註釋).
– Hertaling van het aforisme in modern Chinees (白話).
– Verhalende uitleg en toelichting (講述).
Portret van Zhu Xi (1130-1200), anoniem.
Deel van een kalligrafie van het Grote commentaar bij Boek over Verandering, geschreven door Zhu Xi. Te zien zijn de karakters 易有太極是生: ‘Verandering is de Ultieme Polariteit die creëert (de twee vormen [yin en yang] …). Het is een grote en krachtige kalligrafie; het papier is ongeveer 40 cm. hoog.
Voorwoord
In veel aforismen komen stro bedekte of strooien hutjes voor, al dan niet hoog op een berg gelegen. Veel schilderingen laten (geïdealiseerde) voorbeelden zien.
Sneeuwbedekt huisje, doorTang Yin 唐寅 (1470–1524), één van de ‘Vier meesters van de Ming-dynastie’.
Deze huisjes kunnen erg eenvoudig zijn en soms zeer afgelegen zijn. Dat lijkt te gelden voor het hutje op onderstaande afbeelding, gelet op de inscriptie:
Diep in de nacht; de knecht roept, ‘Niet bewegen!’
Een woeste tijger brult één keer; de maan hangt hoog boven de wolken.
Zoek de tijger in de schildering.
Het meer Taihu is bekend om zijn bizar gevormde rotsen, die in het groot populair waren en zijn in tuinen en die in het klein binnenshuis tentoongesteld worden. De stenen zijn van oplosbare kalksteen en door de stroming van het water ontstaan bizarre vormen.
Rots in een van de tuinen in het (boeddhistische) Fo Guang Shan klooster 佛光山 (Kaohsiung, Taiwan).
Kalksteen uit het meer Taihu, collectie Metropolitan Museum of Art.
Aforismen over het werkzame leven
Gedicht na een regenachtige nacht 雨夜後詩
Regen valt over de groene bergen; de vogels lijken wel verdwenen.
In de ochtendmiezer begroeten pijnbomen en bloemen de fijne dageraad.
De zonnige wind laat de bloemen gedijen; de bloemen maken weer de vogels wild.
Door de bamboepoort zijn een paar kreten van hen te horen.
Een mooi beeld van een in zijn wereldse ambities teleurgestelde en verarmde geleerde laat Tang Yin 唐寅 (1470-1524) zien in de schildering Tobbend terug naar huis op een ezel 騎驢歸思 (ca. 1500). In het midden rechts zien we de geleerde terugkeren naar huis. De inscriptie van Tang Yin linksboven (de inscriptie rechts daarvan is van een vriend van hem) gaat zo:
Ik zocht en streefde, verkreeg niets en keer terug met mijn bundel boeken;
nog altijd op mijn ezel ga ik naar de verre groene heuvels.
Mijn hele gezicht getekend door wind, vorst en stof,
en mijn vrouw vermaant me dat we enkel nog een ossendeken hebben.
Een ‘ossendeken’ is een kleed tegen kou en regen voor ossen; wij zouden ‘paardendeken’ zeggen. De implicatie is dat het paar zo arm is dat ze nog niets eens een fatsoenlijke deken voor hun bed hebben.
De vertaling in de ik-vorm is van toepassing want Tang Yin, die de eerste ambtenarenexamens glansrijk haalde, raakte bij het belangrijkste hoofdstedelijke examen verwikkeld in een schandaal van examenfraude, dat zijn ambtelijke carrière brak maar zijn artistieke waarschijnlijk juist bevorderde (Chiang Chao-Shen, 1991).
Dharma-wiel bij de boeddhistische tempel Wat Phothivihan (Maleisië) (beeld: Anandajoti Bhikkhu (CC BY 2.0).
Portret van Li Bai (699-762) 李白, oor Liang Kai梁楷 (ca. 1140-na 1210)
Nachtelijk lentebanket met mijn neven in de Perzikbloesemtuin (20e eeuw).
Zoals gebruikelijk werden er gedichten gecomponeerd bij dit samenzijn. Het voorwoord van die verzameling door Li Bai staat in de inscriptie bovenaan de schildering:
Welnu, hemel en aarde zijn de herberg van de tienduizend dingen;
Dagen en maanden zijn de voorbijgaande gasten van de honderd generaties.
En ach, in dit leven als een vlietende droom; hoe lang zijn we daarin gelukkig?
Dat de mensen vroeger genoten van het leven zolang het duurde, had een goede reden.
Hoeveel te meer trekt de zachte lente ons nu aan niet op met zijn nevelig landschappen,
waarin de Grote Kluit (de aarde) ons al zijn verborgen patronen toont.
Zo zijn we nu samengekomen in een geurige tuin van perzik- en pruimenbomen;
we praten over hoe fijn het is als familie weer samen te zijn.
Jullie jongeren zijn getalenteerd en verfijnd als Xie Huilian;
we zingen liedjes en ik schaam mij bijna voor zoveel onbekommerd geluk.
Onze verrukking over deze plek is nog niet voorbij als het geanimeerd geklets verandert in verfijnde conversatie;
we openen een groots banket zittend onder de bloesems, heffen de gevleugelde wijnbeker en worden dronken onder de maan.
Maar hoe kunnen we, zonder mooie gedichten, onze subtiele emoties uiten?
Wie zijn gedicht niet op tijd af heeft, moet voor straf volgens de drinkregels van de Gouden Vallei een aantal bekers drinken.
Aforismen over vrijetijd
Schildering met de tekst Mijn eenvoudige schulp als inscriptie.
Schildering van een landschap in een schaal penjing 盆景, met een deel van de tekst van het aforisme als inscriptie, door Fu Yixuan 傅益瑶 (geboren 1947), opgenomen in Li Zhaoliang 李兆良, Zen of vegetable roots in Chinese painting, 繪畫菜根譚 (日本雄山阁出版社, 2008; Chinese tekst met korte Engelstalige samenvatting per aforisme).
Voorwoord Gedichtenverzameling van het Orchideeënpaviljoen
N.B.: dit is een (handgeschreven, inclusief de doorhalingen in het origineel) kopie door Feng Chengsu (617-672); het origineel zou door keizer Taizong 太宗 (598-649) zijn meegenomen in zijn graf.
De gang van zaken bij dit soort dichtbijeenkomsten is als volgt. De dichters zitten aan een klein stroompje. Bedienden zetten bekers wijn op grote bladeren en laten die stroomafwaarts drijven. Als zo’n beker langs iemand stroomt, moet deze direct een gedicht componeren; lukt dat niet dat moet ‘voor straf’ de beker gedronken worden (wat succesvolle volgende pogingen natuurlijk in de weg gaat staan). Deze bijeenkomst is een populair thema in de schilderkunst.
Veel van deze schilderingen zijn horizontale schilderingen, waarbij je als het ware mee kunt lopen langs het waterstroompje; zie hieronder: