Verwonderenderwijs – Visser & Kusters

20,95

In een goede filosofieles wordt het vanzelfsprekende denken onderbroken en kijk je verwonderd naar het alledaagse leven, gefascineerd naar de existentiële afgronden en met een kritische blik naar de onrechtvaardigheden in de wereld.’ – Frans van Dorp

Waarom hoort filosofie op elke school thuis? Omdat de wereld sterk verandert. Leerlingen redden het niet met lezen, schrijven en rekenen alleen. Ze moeten ook kunnen nadenken, zodat ze hun weg vinden in de 21e eeuw. Het schoolvak filosofie wint gestaag aan populariteit en in dit boek lezen we waarom. Verwondering, een gezonde scepsis en bildung zijn de belangrijkste opbrengsten van een flinke dosis filosofie. In dit boek leggen zeventien filosofiedocenten uit hoe je het filosoferen kunt onderwijzen en wat hun onderwijs aan ontwikkeling van de leerling bijdraagt. Een vak dat verwondering, open vragen en zingeving in het hart heeft en niet bang is om kritisch te zijn en te blijven, kan veel betekenen voor het voortgezet onderwijs.

Alderik Visser en Franciscus Kusters tekenen voor de redactie. Dit boek bevat bijdragen van Hubertus Bahorie, Desiree Berendsen, Marijne van Dam, Frans van Dorp, Lieke Hendriks, Tanja van Hummel, Mirjam Jorink, Frans Kusters, Don Kwast, Ine Raangs, Floor Rombout, Joan de Ruijter, Jaron Daniel Schoone, Yoram Stein, Martin Struik, Floris Velema en Alderik Visser. Met een inleiding van Erno Eskens en een nawoord van Gert Biesta.

Druknummer: 1
Aantal blz: 176
Verschijningsvorm: Luxe paperback
NUR: 730
ISBN: 978-94-91693-70-0

Specificaties

Gewicht 0,282 kg
Afmetingen 21 × 14,5 × 1,7 cm

Recensies

1 beoordeling voor Verwonderenderwijs – Visser & Kusters

  1. Gisteren ontving ik het boek “Verwonderderwijs”. Ik heb vervolgens het boek in een keer doorgelezen. Ik heb al een aantal jaren ervaring als onderzoekscoördinator en docent, maar dit jaar ben ik voor het eerst begonnen als docent filosofie op het Udens College. Iets waar ik erg gelukkig van word, daar ik filosofie heb gestudeerd.

    Ik heb mezelf de vraag gesteld wat filosofie zo bijzonder maakt. Ik heb vragen gesteld aan een selectief groepje collegae, maar dat gaf me niet genoeg voldoeding. Dit boek is dan ook een bijzondere aanvulling op mijn eigen ontwikkeling als docent filosofie.

    Allereerst wil ik benadrukken dat ik het stuk “Afstand en opstand” enorm verhelderend vond. Ik heb 13 jaar ervaring binnen het vmbo en dit artikel wist me meteen te grijpen. Ik vraag me nu dan ook af in hoeverre we er goed aan doen om filosofie aan te bieden aan VWO-leerlingen, daar waar juist de VMBO-leerlingen er m.i. minstens zoveel behoefte aan hebben. Sterker nog! Door filosofie aan te bieden aan leerlingen van het VWO en HAVO, wordt de tweedeling volgens mij nog groter. Dit vind ik zorgwekkend en dit artikel wist deze zorgwekkende tendens om te zetten in een opstand tegen de tweedeling die mij zeker aansprak.

    Als docent word ook ik doodgegooid met het “21st century skills model”. Ik gebruik bewust het woord “doodgegooid”. Het wordt als een model opgelegd, daar waar ik denk met vele schrijvers in de dit volgens mij dat dit 21st century model niets anders is als de 25 century oude filosofie. Filosofie, ondernemerschap daargelaten zoals een van de schrijvers aangeeft, lijkt heel erg goed samen te kunnen vallen met het 21st century skills model.

    In het verlengde van deze vergelijking zingt door alle stukken de filosofie als Bildungsideaal. Hier lijkt verrassend veel overeenstemming te zijn.
    Daarnaast lijkt er ook veel overeenstemming te zijn wat betreft het denken van Gert Biesta en zijn driedelige taak van het onderwijs: kennisoverdracht, socialisatie en subjectwording.

    Wat betreft Biesta en het Bildungsideaal laten de schrijvers zich niet van de meest kritische kant zien. Wat dat betreft wordt het tegengeluk, een thema uitgewerkt door Don Kwast, niet geheel omarmd door alle schrijvers.

    Het stuk van Frans van Dorp heeft me veel nuttige handvatten gegeven en de vergelijking van filosofie en de (hernieuwde interpretatie van de) taxonomie van Bloom is verhelderend. Gelukkig refereert van Dorp ook naar het tegengeluk en de prikkeling, wanneer hij stelt dat iedere leerling (althans bijna iedere leerling zou ik willen nuanceren) uiteindelijk niets liever wil dan geconfronteerd te worden met het onverwachte, de prikkeling, het mysterie of welke begrippen veel schrijvers in de boek eraan willen geven.

    Ine Raangs benoemt zoals velen de spagaat. Een beetje afgezaagd. Ieder vakdocent begeeft zich in de spagaat tussen de eisen en de schoonheid en de kunstzinnige vorming die uit ieder vak spreekt. Maar toch is dit stuk me bijgebleven. Ik begrijp niet waarom de spagaat wordt benadrukt en niet het feit dat we ons juist moeten willen begeven in een spagaat! Dit is voor mij de essentie van het hele boek. Het ongemak, de opstand, de confrontatie, de prikkeling, het mysterie, het onverwachte is het onderwerp waar het filosoferen zich op richt.

    In “Onderwijs en het geheim van morgen” las ik een voorbeeld van de filosofiedocent die aan de leerlingen de vraag stelt: “Wie ben jij?” om vervolgens de “Hoe” – en/of “Wat”-vragen naast zich neer te leggen om vervolgens de “Wie ben jij?” opnieuw te stellen. Dit ga ik proberen, hoe slaafs dan ook, te reproduceren. Wellicht leer ik er een nieuwe techniek door. Ik heb van dit stuk enorm genoten.

    Het stuk “Ode aan het onbekende” bracht me ertoe om de film Das Experiment weer in het lesprogramma op te nemen.

    Het stuk “Tegen de onverschilligheid” klinkt bijna als een opdracht en het heeft me niet meer losgelaten. Het tegenovergestelde van de liefde is niet haat, maar onverschilligheid. Dat heeft me aan het denken gezet.

    Het stukje “filosofie is creëren” vond ik ook interessant. Dit geeft een nieuwe Marxistische, activerende en op de toekomst gerichte kijk op filosofie.
    Ook de schoolopdracht om woorden te creëren voor dingen in de wereld waar nog geen woorden voor zijn, vond ik schitterend. Ik heb de hele dag nagedacht welke woorden ik zou kunnen verzinnen. Ik ga deze schoolopdracht voorleggen aan mijn leerlingen.

    Het idee van de spiegel in “Inzicht en geluk door filosofie” vond ik in het begin stroef op gang komen. Maar waarschijnlijk kwam dit omdat dit stukje in plaats van 8 pagina’s uiteindelijk 10 pagina’s bleek te zijn. Ik had in het begin het idee dat de schrijver snel to-the-point moest komen. De hele inleiding over het kind dat aan het jagen was op eendjes in de vijver, bleek uiteindelijk een prachtige inleiding te zijn voor de uiteindelijke boodschap. U raadt het zelf wel. Een kind handelt en de filosofiedocent houdt het kind een spiegel voor, waardoor het kind gaat nadenken. Op zich niet spectaculair, maar het praktijkvoorbeeld maakt van dit artikel het meest levendige artikel in het boek.

    De stukken betreffende de wetenschapsfilosofie en filosofie als zuurdesem lijken enorme vanzelfsprekendheden, maar zo aan het einde mooi als samenvatting.

    Het stuk van Alderik las als een blog, van een politiek-activist, een marxist met hart voor de zaak, scherp en direct en met een drukkende vinger op de zere plek van ons onderwijsssyteem en de positie van het vak filosofie binnen dit systeem.
    De afsluiting van Biesta was weinig verrassend. Een herhaling van de vertrouwde zetten. Iets met kennisoverdracht, subjectwording, socialisatie en het creëren van een nieuwe onderwijstaal.

    Een klein aantal filosofiedocenten blijven hangen in abstracties en overstijgen het schoolvak m.i. nauwelijks. En ik zou de tweedeling meer belicht willen zien. Een (sociale/politieke) filosofie van de tweedeling in het onderwijs.

    Wat mij betreft is dit boek een noodzakelijk werk voor iedereen die zich bezig wil houden met de ontwikkeling van het vak op zoek naar overeenkomsten en verschillen van betekenis.

Een beoordeling toevoegen

Andere suggesties…