‘Shaping the world atom by atom.’ Met dit ophefmakende motto lanceert Bill Clinton in 2000 het eerste grootscheepse onderzoek naar nanotechnologie. Zodat het vandaag – anderhalf decennium later – nanotechnologen effectief zal lukken om almaar gerichter atomen op te pakken en ze naar believen te verplaatsen. En daarmee een begin te maken met het inruilen van de ons gegeven wereld tegen iets wat we zelf maken.
Want de mens slaagt er steeds beter in om zelf kunstmatig te worden, om op de schaal van atomen de ingewikkelde machinerie van zijn lichaam en zijn brein te perfectioneren. En aan de andere kant is hij goed op weg om vanaf de allerkleinste bouwstenen artificiële wezens te ontwerpen die op hem lijken: ze worden intelligent en nemen autonoom beslissingen.
Nimmer konden we met technologie zoveel kanten op. Maar ook nooit was de onzekerheid zo groot. Want hoe onszelf opnieuw uitvinden? Welke kwaliteiten zullen hier prevaleren? En hoe om te gaan met zelfgemaakte creaturen die eigengereid zijn en waarmee we niet zijn vertrouwd? Dit zijn vragen die ons allemaal – en niet alleen het laboratorium – aangaan. We zijn met zijn allen betrokken partij. Vandaar de oproep: laten we stilstaan bij wat we doen. En telkens opnieuw de vraag stellen: wat maakt een experiment in onze ogen acceptabel?
Lieve Goorden promoveerde in de politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Ze raakte gefascineerd door het publieke debat over de nieuwste technologieën en zette daarover onderzoek op voor organisaties zoals het Studiecentrum Technologie en Beleid (TNO, Delft) en de Universiteit Antwerpen.
Druknummer: 1
Aantal blz: 216
Verschijningsvorm: Luxe paperback
NUR: 730
ISBN: 978-94-91693-95-3
Specificaties
Gewicht | 0,344 kg |
---|---|
Afmetingen | 21 × 14,5 × 2,1 cm |
–
Zeer interessante benadering, maar ik vraag me wel af “Waar dient de mens nu eigenlijk voor?” Natuurlijk ben ik, culturlijk word ik gemaakt. Op niveau “van verstand dienende inzicht en beschouwing” word ik eigenlijk pas medemens; in-zichtelijk ethisch gezien “nevengeschikt en gelijkwaardig”, terwijl ik op niveau van verstand altijd “heersend en onderdrukkend” ben, immers objectief. Vraag is dan ook “word ik op niveau van verstand uiteindelijk niet vér-standig, vérstandig van mijzelf, de ander en het geheel, verloren in de veelheid en ogenblikkelijkheid der dingen? En techniek/technologie bevorderen dat, denk ik.