Onderbelichte Arendt in de schijnwerpers

Dit artikel is verschenen in iFilosofie #66. Klik hier voor de volledige editie.

Hannah Arendt is een van de grootste namen in de twintigste-eeuwse filosofie. Ze is niet meer weg te denken uit het politieke en maatschappelijke debat. Als volwaardig en erkend Hannah Arendt-kenner is de man met dezelfde initialen, Hans Achterhuis, de uitgelezen persoon om haar denken op nieuwe wijze te tonen. Hij was al bevangen door haar filosofie voordat zij populair werd in Nederland. Dat begon toen hij haar werk Eichmann in Jeruzalem tweedehands oppikte en op slag verliefd was, zoals hij vertelt in zijn boek Ik wil begrijpen. Achterhuis neemt de lezer mee langs het leven, de werken en filosofie van Hannah Arendt en past haar denken toe op actuele situaties zoals de omgang met ons koloniaal verleden, racisme en nepnieuws. Iedereen die Hannah Arendt kent, denkt te kennen of die kritische en vernieuwende inzichten wil opdoen, heeft aan dit boek een goede.

Tekst: Manouk Hogebrug

De invloed van een echtgenoot
Filosoof en theoloog Hans Achterhuis, van 2011 tot 2013 de eerste Denker des Vaderlands, is groot Hannah Arendt-kenner en -liefhebber. In Ik wil begrijpen gaat Achterhuis aan de slag met drie thema’s die tot dusver onderbelicht zijn geweest in de aan Hannah Arendt gewijde studies. Hij richt zijn schijnwerper om te beginnen op de eerste echtgenoot van Hannah Arendt, Günther Stern, beter bekend als schrijver en filosoof Günther Anders. Achterhuis gaat in op zowel de biografische aspecten van het huwelijk tussen Arendt en Anders als op hun wederzijdse beïnvloeding. Hij beschrijft hoe Arendt na haar relatie met Heidegger trouwde met Anders en dat ze samenwerkten aan onder andere Arendts dissertatie. Eén van de thema’s waarin de wederzijdse beïnvloeding naar voren komt, is de waarheid. Zowel in het werk van Anders (Achterhuis bespreekt De catacombe van Molussië) als in Arendts hele oeuvre ziet Achterhuis dit thema terugkomen. Achterhuis onderbouwt deze bevinding, die hij naar eigen zeggen nergens anders kon vinden in de secundaire literatuur, grondig. Arendt en Anders maken korte metten met het idee dat het spreken van waarheid vooral zou gaan om de waarachtigheid van de spreker. Het gaat hen om de werkelijkheid. Achterhuis is kritisch op schrijvers die dit onderwerp in het oeuvre van Arendt achterwege laten. Hijzelf gebruikt uitvoerige onderbouwingen en voorbeelden waardoor dit onderbelichte deel van Arendts leven en werk wel de aandacht krijgt dat het verdient.

Joodse gesitueerdheid
Het tweede grote onderwerp dat Hans Achterhuis uitlicht is het belang van de Joodse traditie voor de filosofie van Hannah Arendt. Hij beschrijft dat ook hij eerst meeging met de gebruikelijke opvatting van haar werk: Athene en Rome zouden van groter belang zijn dan Jeruzalem. Nadat hij kennis heeft genomen van Arendts Joodse essays, denkt Achterhuis daar anders over. De gebruikelijke opvatting vindt hij een miskenning van de Joodse gesitueerdheid van het denken van Arendt. Hij stelt dat we haar werk kunnen typeren als een existentiële en intellectuele strijd met de positie van het Joodse volk in de moderne tijd. Toch wil Achterhuis haar geen Joodse denker noemen. Ze zou te veel verschillen van collega’s die over het algemeen als Joodse denkers worden beschouwd en haar persoon en ideeën worden bovendien vaak afgewezen door de Joodse gemeenschap. Toch geeft Arendt vanuit haar Joodse ervaring haar filosofie vorm. Achterhuis weet ook dit thema verrassend en uitgebreid te tonen. Zowel beginnende filosofielezers als doorgewinterde kenners van haar werk steken wat op van dit onderwerp. Haar Joodse gesitueerdheid klinkt door in het hele denken van Hannah Arendt en je kan deze, zoals Achterhuis terecht aanhaalt, niet achterwege laten als je het over haar filosofie hebt.

Opnieuw banaliteit van het kwaad
Wie Hannah Arendt zegt, zegt de banaliteit van het kwaad. Zij muntte de term in de ondertitel van haar werk Eichmann in Jeruzalem, waarin ze verslag doet van de berechting van de nazimisdadiger Adolf Eichmann. In een boek dat over de onbekende Hannah Arendt gaat is dit thema onverwacht. Er zijn immers al talloze werken over dit onderwerp verschenen. Achterhuis geeft aan eigenlijk niet over dit uitgekauwde thema te willen schrijven, maar de foutieve interpretaties die hij bleef tegenkomen schokten hem zo erg dat hij er toch een flinke portie van zijn boek aan wijdt. Volgens Achterhuis bedoelde Arendt met de banaliteit van het kwaad dat het kwaad niet altijd in de vorm van een monsterachtig persoon voorkomt, maar zich ook in heel gewone mensen kan manifesteren. Dat wil niet zeggen dat er in iedereen een nazimisdadiger schuilt. Toch is dit vaak de opvatting die wordt beargumenteerd. In een boek dat beweert over de onbekende Arendt te gaan steekt dit thema schril af tegen de rest van de onderwerpen. Ook biedt Achterhuis niet de meest vernieuwende lezing van dit onderwerp. Als je weinig van Arendt kent, spoort de bespreking van Achterhuis wel aan om Eichmann in Jeruzalem te lezen. Als je al bekend bent met de banaliteit van het kwaad, vind je in Ik wil begrijpen niet de vernieuwende invalshoek die Achterhuis belooft.

Actuele Arendt
Het laatste en meest relevante onderwerp waar Achterhuis licht op werpt is de moderne toepassing van de filosofie van Arendt. Met Arendt in de hand bespreekt hij feilloos en uitvoerig onderwerpen als postkolonialisme en koloniaal geweld, racisme, revoluties, en waarheid en leugen in de politiek. Hij laat Arendts filosofie onder meer los op Donald Trump, nepnieuws, het coronadebat en de toeslagenaffaire. Achterhuis stelt dat de inzichten van Arendt uit Totalitarisme relevant zijn voor de hedendaagse politiek. Wanneer Achterhuis over voorbije revoluties schrijft, spaart hij zijn eigen gedachtegoed niet. De Chinese Culturele Revolutie van Mao Zedong, waar hij ooit positief over schreef in zijn boek Filosofen van de derde wereld, kostte miljoenen mensen het leven. Achterhuis neemt openlijk afstand van zijn vroegere positie en kijkt kritisch naar zijn eigen gedachtegang en de maatschappij ten tijde van zijn vroegere enthousiasme. Deze kritische houding naar zichzelf en de wereld is verfrissend. Durven toegeven dat je fout zit is één. Kritisch onderzoeken waarom is een tweede. Wanneer Achterhuis over nepnieuws en waarheden praat, blijkt opnieuw dat Arendts filosofie nog altijd van toepassing is. Het is nog steeds ‘gemakkelijk om feitelijke gegevens als gewoon een andere mening te minachten’, zo citeert hij zijn grote held. Kijk maar naar Poetin of Trump en hun omgang met waarheid. Ook de coronapandemie blijkt een bron van actuele toepassingen van Arendts ideeën over burgerparticipatie, pluralisme en de rol van deskundigen in de praktijk.

Aanstekelijke liefde
Hans Achterhuis heeft met Ik wil begrijpen een boek geschreven dat deskundigheid uitstraalt, dat nieuwe en onderbelichte onderwerpen aanhaalt en dat een persoonlijk tintje heeft. De hoeveelheid onderwerpen, achtergrond, verwijzingen, kritieken en onderbouwingen zorgen voor een interessante leeservaring die de indruk achterlaat dat Achterhuis meer kwijt wilde dan hij in één boek kon. Verwijzingen naar onderwerpen waar hij niet aan toe is gekomen of waar geen plek voor was maken nieuwsgierig naar wat Achterhuis nog meer te vertellen heeft. Begeef je je als nieuweling op het gebied van de filosofie van Hannah Arendt? Dan haal je uit dit boek een goede inleiding in haar leven en werk. Ben je een meer ervaren Arendt-lezer of zelfs -kenner? Dan tref je verrassende onderwerpen in een nieuw licht. De liefde en vriendschap die Achterhuis voor Arendt voelt verrijken de leeservaring en zijn zelfs licht aanstekelijk. Lees Ik wil begrijpen en je wordt ook een beetje verliefd op Arendt.

Hans Achterhuis, Ik wil begrijpen. De onbekende Hannah Arendt. Rotterdam: Lemniscaat, 2022.

Winkelwagen
Scroll naar boven