Afghanistan: een pijnloze terugweg is er niet

Op 11 september zat ik midden in een verhuizing. Wij verlieten een huuretage en betrokken een koopwoning. De televisiekabel was al opgerold en met verhuistape aan de televisie geplakt. Het telefoontje ’Vliegtuig, WTC, je moet nu kijken’ gaf aanleiding tot koortsachtige bedrijvigheid, maar ik heb het tweede vliegtuig nog live naar binnen zien vliegen en even later de twee torens real time zien instorten.

Door René Gude

Mijn primaire – lees: zinnelijke – reacties waren niet verheffend. Ik was aanvankelijk domweg gefascineerd, zoals ik dat ook ben wanneer ik een orkaan een rij vakantiehuisjes zie versnipperen. Direct daarna betreurde ik de gebouwen. Ik ben nu eenmaal verliefd op New York. Vooral omdat Manhattan het bewijs is van waar mensen toe in staat zijn als ze de handen ineenslaan. Ik zie het als de belichaming van de human endeavour. Ik dacht dat het eeuwig was, maar ik zag het voor mijn ogen verkruimelen.

Deze eerste reacties werden plotseling overspoeld door een nauwelijks te bedwingen angst, namelijk de vrees dat de huizenprijzen met hetzelfde donderend geraas naar beneden zouden komen. In de eerste ogenblikken gingen mijn gedachten uit naar de waarde van mijn juist verworven onroerend goed. Niet verheffend allemaal, ik hoop van harte dat u mooiere intuïties had.

Goddank kreeg mijn verstand vervolgens enige greep op de gebeurtenissen. Ik had al genoeg Manuel Castells, Francis Fukuyama en Benjamin Barber gelezen om verbaasd te kunnen staan over een uitbarsting van diepe onvrede in de islamitische wereld. Enkele uren na de aanslag was ik dan ook, denkend aan de vijand, al bereid de hand enigermate in eigen boezem te steken, zonder natuurlijk een goed woord over te hebben voor Al-Kaida. In mijn meest genuanceerde verstandelijkheid ben ik er zeker van dat de zachte krachten zullen winnen in ’t eind. Henriëtte Roland Holst – die dat idee als eerste verwoordde – was geen naïeve idealist, maar een nuchtere pragmaticus met heldere sociologische inzichten. De middelen die Al-Kaida inzet maken geen schijn van kans.

Maar wie oefent hier de zachte krachten uit? Toen wij ons opmaakten voor de War on Terror in Afghanistan, berekenden de vluchtelingenorganisaties reeds het te verwachten tekort aan tenten, dekens en geneesmiddelen. Ze bleken het aantal burgerslachtoffers en vluchtelingen uitmuntend te kunnen inschatten op basis van inzicht in de vernietigingskracht van de geallieerden. Geen macht ter wereld was in staat de ’oorlog’ tegen te houden en wat volgde was een serie unilaterale strafexpedities waarvan het eind nog niet in zicht is. Eerst in het verpauperde Afghanistan, waar Bin Laden vermoedelijk niet gezeten heeft. Later in Irak, waar wij een geduchte tegenstander verwachtten, die echter onmiddellijk in de schuilkelder kroop nadat zijn opblaastanks waren weggewaaid in de turbulentie van een transporthelikopter. Het is evident dat wij de sterke krachten zijn en beschikken over uitstekende wapens en goed getrainde soldaten. Maar de wet van Roland Holst zegt dat de overwinning er dan juist niet in zit. Wat te doen?

Een pijnloze terugweg is er niet. Wij zullen schuld moeten bekennen. Afghanistan en Desert Storm II zijn geen verdedigingsoorlogen en de pogingen om ze onder de noemer humanitair ingrijpen te laten vallen zijn eveneens weinig geloofwaardig. Als wij onze doelen niet op korte termijn herformuleren en onze ongekend sterke legers een functie geven waar Nederlanders – ook de islamitische – trots op kunnen zijn, dan is er meer te vrezen dan de daling van huizenprijzen. Wat we werkelijk te vrezen hebben zijn de schanddaden van de sterkeren tegen de zwakkeren, die in de triomfroes na een wraakactie onvermijdelijk zijn. Wij moeten van een sterke kracht een zachte kracht maken, door radicaal van wraakneming naar vredestichting over te gaan. We zullen overwinnen. Doen we dat niet, dan verveelt de vrede ons blijkbaar. „In alle hoeken staan wapens te roesten/we hebben gewonnen/we hebben verloren/we hebben heimwee naar geweld” (André Kuyten). We zullen verliezen.

René Gude is filosoof en directeur van de Internationale School voor Wijsbegeerte.

Verscheen eerder in Trouw. Zie: http://archief.trouw.nl/artikel?REC=TR_ART_00139132

 

Winkelwagen
Scroll naar boven